Verworvenheden(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] XIX Omhuld van nev'len lagen de landouwen; de bosschen had een sluier stil omspreid en uit die stilte steeg een blind vertrouwen in het weerkeeren van de vruchtbaarheid. De regen viel; zijn zacht-egale suizen vulde de wereld en zijn spinsel hing aan verre kimmen. In hun stille kluizen werkten de geesten van de opstanding. O milde lucht en gezegende regen en moederlijke schoot die baren gaat der aarde... o Beeld van ieder groot bewegen dat uit stille verzonkenheid ontstaat! Door u zijn de verstarringen geweken en werd weer vloeibaar wat gestolten was; in verre velden murm'len kleine beken en een groen waas doortrekt het vale gras. O zoete hoop die oud is als het leven en al zijn schepselen te zamen bindt, - gij kunt de moede harten niet begeven, gij moeder van vertrouwen, groot en blind. Vorige Volgende