Verworvenheden(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] VI De nimmer-uitgesproken, de bittere ervaringen, en de enk'le opklaringen tusschen hen ontloken, - als tusschen onweerslichten somtijds ontluiken hemelrozen, of vluchten hemelvogels opduiken, blankgeveerde die zeilen lieflijk tusschen kolken van zwarte vreemdsteile verschrikkingswolken; - en al de harde dervingen na het zachte begin, de pijnlijke afstervingen diep binnen-in; - na de rijke drachten der pralende dagen; hun fonkelprachten haast niet te verdragen; op hun lachende hoofden kroon van overmoed die de ziel ontroofde’ een kostelijk goed... [pagina 17] [p. 17] Toen, na 't snelle verwerven van rijk bezit een langzaam afsterven van dat en van dit; - na het snelle vermeeren der vreugdekracht, het langzaam verkeeren van den dag in nacht... Hoe is het begonnen? Wanneer geschied? Iets is verronnen van het vuur der zonne... Wat weten wij niet. De schaduwen wassen, het licht bloeit uit; het groen der gewassen werd reeds de buit van het roovend donker... Hoe is het geschied? Waar bleef het geflonker? - Wij weten 't niet. Vorige Volgende