Verworvenheden(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] V Het is de dag, het is het uur in het rythme van dit bestaan dat voor den geest gelijk een muur de vragen onvermurvbaar staan, dat door de ziel gelijk een vuur hun felle flikkeringen gaan. Wàt is de winst, wat wrocht ge, gij? Wat hebt ge aan u zelf volbracht? Wat hieuwt ge uit de makelij van geest-en-lichaam? Welke kracht houdt hoog u, nu verruischt het tij dat u omhoog hief door zijn macht? Wat bloeit er op uw winterwei? Wat blinkt er in uw donkre nacht? Waar is de zekere en onvervreemdbare verworvenheid, de olie en het brood, welks wonder u zal voede’ in den schralen tijd, opdat ge niet in zwakheid ondergaat, maar uw hart zich steeds verblijd'? [pagina 15] [p. 15] O ziel, geef antwoord op de vragen! Laat geen leugens, laat geen waan in uw gedempte najaarsdagen als geblankette poppen staan en hun stillen glans ontwijden; - laat Vrede en Weemoed, hand in hand door d'ontbladerde lanen glijden, haar volgend in het avondland die volgden in den heldren morgen eens Hoop en Geestdrift; die altoos wij zoeke’ en die altoos verborgen blijft in het hart der levensroos. Vorige Volgende