Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] LXIII Kom Geest; blaas uwen wil, uw adem in enklen van ons, al is het er maar één. Ziet: wij zijn murw en slap, of als een steen geworden, log en zielloos. Kom, begin uw dagtaak, volbreng een nieuw werk. De lucht is dik van onheil en het doodsgevaar nadert snel. O uit deze onze schaar verkies éénen, Heer, maak zijn geest geducht. Grif in vuurteekens op zijn wang uw wil; werp in zijn gebaar uw wekkende kracht; stort in zijn reednen uit uw heilgen gloed. Wij zijn een verzwakt en verarmd geslacht; maak al ons klein gemurmel voor hem stil, schenk hem Heer, schenk hem van uw overvloed. Vorige Volgende