Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] XLIV ‘Ik heb mijn recht geëischt, - 't al half verkregen, omdat ik wil zijn in het groote koor een stem. Ik die veel eeuwen had gezwegen wil dat het lied-der-menschheid klinke door d'oneindigheden voller, schooner, sterker en mijn stem daarin gaaf en zuiver zij: daarom wil ik haar oef'ne'’... O broederwerker, nu zijt g' ontwaakt, nu wordt ge waarlijk vrij. Een vlam slaat uit den grauwen aardedag omhoog; door de luchten stroomt geur van rozen; de grauwe menigten, de namenloozen, heffe' in 't leven omhoog een nieuwe vlag, stellen in 't leven op een nieuw gebod, wille' in zichzelven verwerklijken God. Vorige Volgende