Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] XLV Wij stege' een weinig: meer leven kwam bloot, men erkent al beter de samenhangen; - vreemd-fonklende gedachtenbeelden hangen aan onze hemelen; het oog wordt groot van bewondering, ziende hun getoover. ‘Alles hangt samen; elk is voor 't geheel mee verantwoordelijk’... In onze keel stokt d' adem, een rilling vaart door ons loover als wij 't flitsend verwerklijken en weten ‘dit is een ontluiken, 't is het begin van eerie melodie waarin 't geweten der menschheid zal vinden den levenszin.’ Dit is het wat wij eens hebben bezete' en nooit geheel verloren, diep binnen-in. Vorige Volgende