Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] XXX Wij zijn schuldig voor u en schuldig voor onze eigen diepste zuiverste gedachten; voor den wil waar wij al 't heil van verwachte' en die zijn stralende kracht in ons verloor. Schuldig zijn w' omdat we hebben vermorst den tijd en geen acht sloegen op uw kreten en het schuldigst omdat wij zelven eten van 't brood dat uit uw hartzeer wordt gedorscht. Wij zijn gevangen in een net van schuld en ingesponnen in een web van schande... We spart'len... maar w' eten dat schand'lijk brood... De tijd rijpt... Haast ten einde is uw geduld; wraakgedachten diep in uw oogen branden... O was ons hart maar vrij, ons hart maar groot. Vorige Volgende