Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] XVIII Ik zie hen zitten in hun kleine huizen en om hen heen de dagelijksche sfeer anders geworden. Ziet: een net van buizen verbindt hen met die wereld, waar weleer zij buiten lage' in een leegte, verlaten. Door hunne hoofden gaat veel nieuw gerucht maar dun en schril en het lijkt als vergaten zij wat z'eens wiste', een woord zacht als de lucht en sterker dan de ontembare golven. Ik buig mij over hun hart, maar de geur van arg'looze jeugd heeft het stof bedolven; het stof der oude wegen maakt hen grauw, en och, ook hun hart kreeg een grauwe kleur dat eens glansde, zoo teeder en diep blauw. Vorige Volgende