Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] VI Dit zou zijn van de wraak het rood festijn. Al te diep brandde in de droge lijven de dorst naar haar; een dorst die deed verstijven de lippen en die eerst gelescht moest zijn eer men kon denken aan menschlijk te leven. 't Gericht zou streng zijn maar niet lang van duur; als het voorbij was, zou het zachter uur aansuizen en door 't hart vergeving beven. Begraven zou worden herinnering aan wat de aarde lang geschandvlekt had, bijgelegd de oude bittere veete. Haat zou verschrompelen gelijk dor blad en liefde uitranken tot ieder ding: van hare vruchten zouden allen eten. Vorige Volgende