Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] VII Het hart leeft in zijn droomen en zijn wanen het lichtst; zoolang een droom het houdt omsponnen voelt het zich veilig voor de felle zonne der waarheid; 't spint, uit verlangens en tranen een waas van zilverhelle lieflijkheid. In zulk een droom was het dat wij bewogen geslachten lang; ach, in den schoonen logen dat liefde en vrede aan 't eind van onzen strijd lachten... Wij worstlaars, hadde' enkel te winnen, dan zou verandring komen over d'aard; het verjongde leven zou nieuw beginnen; liefde, trappelend als een vurig paard, zou onzen geest, ons hart en onze zinnen in snellen draf meevoeren hemelwaart. Vorige Volgende