Vernieuwingen(1929)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] IV De trekken van het worden waren klaar en vastgeteekend; zóó: de schaar der vrienden en makkers zou aanzwellen; hen zou binden één wil àl sterker: dat was openbaar. Moed zou zwellen in hen en aanvalskracht groeie' en begeerte onophoudelijk wassen; hun nood zou bitter zijn; het diepe bassen hunner stemmen zou grommen door de nacht. Alles zouden d'anderen hun onthouden; - aan hen die toch bereidden het festijn. - zij zouden naakt zijn zooals winterwouden en hongrig als zwervende wolven zijn. Zouden huizen aan levens schaduwkant: geen zonnestraal zou spelen op hun hand. Vorige Volgende