Uit de diepte(1946)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekendTijdgedichten Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] De dag verjaart De dag verjaart, de stralende, waarin moed door de grijze straten reed; zonder één luid gebaar, één ruwe kreet Leven herkreeg zijn glorierijken zin en in schoonheid fonklend stond ook het leed. Zij, de mannen met de verweerde huid, strooiden bloemen van liefde, helle vonken van zielskracht door de doffe wereld uit; wij allen voelden opgetogen-dronken: verwachtings licht-verschiete' ons tegenblonken. De dag verjaart; - o, dat uit schijn-gebluschte, een nieuwe laaievlam opsla van daad; dat Moed aanstorme van des geestes verre kusten waar hij beidde zijn uur; en glanzend zaad doorbreekt de korst, waaronder 't jaarlang rustte; dan zullen de onmenschlijk-gesarden, voelend van onze warme broederhand den druk, weer weten menschelijk verband, en uit de hellepijn hunner verwarde vizioene', opgaan tot der verteedring zonnig land. 25 Februari 1942 Vorige Volgende