Tusschen tijd en eeuwigheid(1934)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] X Ja, we hebben den steven weggewend van die harde, hoogmoed'ge leeren: w'erkennen, dat we den vrede ontberen die leven-naar-'t-verstand-alléén niet kent. We zoeken een rijk, wèl van deze aarde, maar uitgaand boven haar. We zoeke' een norm, een kompasnaald, die in den zwaarsten storm de richting wijst. We zoeken eeuwge waarden. Het meeste in ons is nog van het verstand. Enkel 't gemis in ons is brandend leven en onze hunkeringen beven als 't trillend rietje aan den waterkant. Maar de wateren zelf zijn nog verstard. God kan nog niet vrij tot ons hart inkeeren: te lang dienden we andere heere' en was ons denken in dwalingen verward. Vorige Volgende