Tusschen tijd en eeuwigheid(1934)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] IV Waar gaan we heen? Naar welke donkre kimmen drijft over afgrondige oceanen ons schip? Avonden dalen, morgens klimmen boven een wereld vol verwarde wanen. Van de stilte werden we losgerukt, den weg naar d' inkeer hebben we vergeten: kindren gelijk, die 'n blinkend vod verrukt, hebben w' om waan oude wijsheid versmeten. Oude wijsheid, die van de vad'ren kwam: geloof, dat de moeders liefdevol hoedden, dat elk kind in zijn teere handjes nam, betastend 't lang vertrouwde wèl te moede. De oude waarden, menschheid zwoer ze af, maar zonder waarden kan de mensch niet leven, dies heeft zij valsche waarden zich verschreven en al dit vreeslijke is daarvoor de straf. Vorige Volgende