Toen de tijden jonger waren dan nu(1943)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] De Wuivende. Mijn vrouw is de wuivende, die met haar zakdoek in 't licht langs het korenveld gaat. Zij zendt mij een uiterste teeken van liefde, nu zij mij - gedwongen - verlaat. Wie weet voor hoe lang zij vertrekt? Ik blijf eenzaam, doch jubel slaat op in mijn bloed. Ik voel mij niet langer gevangen. Rondom mij is alom haar wuivende groet. Mijn God in den hemel, die 't ziet en Die weet, hoe 'k nooit voor mij zelven iets vroeg, - al wat Gij mij gaaft, heb ik dankbaar aanvaard en Fij gaaft mij geluk genoeg!- Verhoor voor vandaag en de rest van mijn leven één enkele bede van mij: Dat altijd mijn Vrouw als Uw teeken van liefde voor mij deze wuivende zij! Haar simpel bewegen der hand bij het afscheid zond mij het geheim tegemoet, waarom Gij Uw engel zijn boodschap liet zeggen, beginnende met: ‘Wees gegroet’. Want al wat beweegt hier op aarde, in de zee, langs Uw hemels vol heerlijkheid is niets dan een wuivende groet aan de ziel om te zeggen, hoe goed Gij zijt. Wie God wil begrijpen, die heeft niet genoeg aan ons vorschende menschenverstand; hij zie naar het dansen van sterren en golven en 't wuiven der dierbaarste hand. Al wat ok geloof en belijd, vat ik smaen in deze mijn opperste wet: Mijn ziel zij een wuivende groet aan mijn God, want ik heb geen volmaakter gebed. Mijn ziel zij een riet aan Uw stroom van genade [e]n een wuivende golfslag, die spoelt langs Uw zalige kust; als een graanveld in zon dat den tocht van den zomerwind voelt. Mijn ziel zij gelijk aan de ziel van de vrouw, die mij toezond Uw Godlijken groet, want zij is de wuivende, die Gij mij gaaft en ik dank U: het leven is goed! 23 Juli 1942 St.Michielsgestel ANTON VAN DUINKERKEN. Vorige Volgende