Toen de tijden jonger waren dan nu(1943)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Concentratiekamp. Niets dan een stem van een kind op den weg is genoeg om volkomen gevangen te zijn. Achter het prikkeldraad wuiven de heesters, wat verder staan boomen, en rein in de lucht van de zomer klinkt eensklaps daarachter het heldere, hooge geluid van 't kind, dat plezier heeft, en 't weet niet hoezeer het voor allen de vrijheid beduidt. Dit lijkt op het heldere schellen der huisbel na schooltijd als 't Zaterdag is: dan komen ze stoeien en vragen aan vader, waar morgen, direct na de mis de wandeling heengaat. Ze maken hun plannen; het huis is te klein voor 't geluk en luid breekt de geestdrift der schoone verwachting den ernst in den werkkamer stuk. Wat baat het, van kinderen en vrijheid te droomen, terwijl men toch vruchteloos tuurt om ahcter de heesters een glimp te betrappen van 't leven? - Gevangenschap duurt niet korter, wanneer men zijn eigen geluk zoekt-' Wij zijn meer dan zeshonderd man. Een kind op den weg heeft gelachen. Wij hoorden 't en elk wer[d] er eenzamer van. Juni 1942 St. Michielsgestel ANTON VAN DUINKERKEN. Vorige Volgende