| |
| |
| |
V.
De kultus van het geweld in het imperialisme.
Naakt, bruut geweld regeert heden de wereld, en zij die het hanteeren, verhoovaardigen zich daarop.
Er is een tijdperk geweest in de geschiedenis der burgerlijke klasse, dat het anders was; zij ontkende dat haar heerschappij steunde op geweld, zij roemde er op, die in verdragen te hebben gegrondvest. De ‘burgerlijke rechtstaat’ - een fiktie, zooals elke waarachtige gerechtigheid dat moet zijn in een maatschappij wier grondslag ekonomische ongelijkheid, ekonomische uitbuiting is - was de huichelachtige vorm door middel waarvan de burgerlijke klassenstaat zijn wezen van dwang en onderdrukking trachtte onkenbaar te maken; die fiktie paste in de denkwijze van het liberalisme, in het gansche systeem der jonge bourgeoisie.
In het tijdperk dat de bourgeoisie het vaandel omhoog hief, waarop in schitterende letters ‘Vrede, Vrijheid, Vrije Handel’ geschreven stond, plachten burgerlijke denkers te beweren, en ongetwijfeld geloofden velen van hen het ook, dat het geweld had uitgediend en de dwang tot het verleden behoorden. Door de verspreiding van kennis en de uitbreiding der demokratie zouden de ongelijkheden tusschen de verschillende klassen allengs verminderen, de verhoudingen tusschen de staten geregeld worden door billijkheid en recht: zoo zou een nieuwe, betere orde geboren worden.
Spoedig begonnen deze burgerlijke illusies ook de sociaal-demokratie te beïnvloeden, vooral nadat het proletariaat politieke rechten veroverd had. Zij waande door geleidelijke hervorming den klassenstaat socialistisch te zullen kunnen
| |
| |
maken, de voortdurende uitbreiding der demokratische instellingen en haar eigen ononderbroken groei zouden haar in staat stellen, om zonder felle schokken de staatsmacht in handen te nemen, ten einde die voor hare doeleinden te gebruiken.
Dit was het tijdperk, waarin de arbeidersbeweging zich vreedzaam ontplooide, en in die vreedzame ontplooiïng haar roem vond en haar belang; het tijdperk waarin door heel West-Europa arbeidersscharen vol overtuiging de versregels herhaalden: ‘niet met de waapnen der barbaren, het geesteszwaard slechts voeren wij’.
Maar het was ook het tijdperk waarin het besef der noodzakelijkheid van grenzelooze offervaardigheid in dienst der beweging verflauwde, waarin het scheen of rustige volharding en stipte nauwgezetheid in den organisatorischen arbeid, oneindige vlijt en geduld in het ‘kleine werk’ de krachten waren, die de menschenwereld omhoog konden beuren naar vrijheid en eenheid. De organisatie in partij en vakbond, de kontributie en het stembiljet, alles uiterlijke, mechanische hulpmiddelen in den strijd voor een nieuwe maatschappij - werden meer en meer opgevat als de essentieele krachten, die dien strijd tot een goed einde zouden brengen. Tevens werd zijn zwaartepunt steeds meer verplaatst van de massaas naar de leiders, wier kunde, verstand, geslepenheid en welbespraaktheid de wonderkrachten schenen, die de massaas uit nood en druk zouden verlossen.
De orkaan van den wereldoorlog heeft al die wanen en illusies weggeblazen: zoowel de burgerlijke van den nieuwen ‘rechtstaat’ en het ‘volkenrecht’, als de sociaal-demokratische van een ‘geleidelijke evolutie naar het socialisme’, en een overwinning, enkel met politiek-geestelijke wapenen bevochten.
Thans is volkomen openbaar geworden hoe de heerschende klassen van alle landen in hun strijd tegen elkaar en tegen de volksmassaas enkel steunen op geweld. In de plaats der vroegere - vaak voorgewende en op zijn best zwakke en halfslachtige - pogingen om de verhoudingen tusschen klassen en volken te regelen door rechtsnormen, in de plaats der verheerlijking van ‘menschenrechten’ en ‘volkerenrechten’, is de openlijke verheerlijking van het recht van den sterkste
| |
| |
getreden. De imperialistische kolossen, die hun krachten in de ontzaggelijke worsteling om de wereldmacht tot 't uiterste spannen, pogen hun doel te bereiken door opeenhooping en toepassing van de vreeselijkste en tevens de meest verfijnde geweldmiddelen, die wetenschap en techniek voortbrengen en door de volledige reorganisatie van de volkshuishouding in den dienst van den oorlog. Wel pogen natuurlijk de heerschers tevens de massaas die deze geweldmiddelen moeten voortbrengen en gebruiken, door het gif der nationalistisch-imperialistische leugenpropaganda met haat voor den vijand en met patriottische dronkenschap te vervullen - zonder den menschelijken wil en den menschelijken geest, zijn al de wonderen der anti-produktie dood en machteloos - maar het bereiken van technische, mechanisch organisatorische meerwaardigheid, wordt toch zonder twijfel als het allerbelangrijkste beschouwd. Want de meesters weten hunne slaven, desnoods ook zonder dat deze begeesterd zijn voor de ‘overwinning’, te kunnen gebruìken, zij vertrouwen op de lange opvoeding in gehoorzaamheid en onderwerping, op de laffe vrees, de verbrokkeldheid, het gemis aan eenheid der massaas.
De strijd der heerschende klassen tegen den binnenlandschen vijand - hetzij die door revolutionair-nationalistische of revolutionair-socialistische idealen wordt bezield, hetzij enkel de honger hem tot opstand drijft - wordt in den zelfden geest en met dezelfde middelen gevoerd als de strijd om de wereldmacht, even aarzeloos, even hard en wreed. Immers de imperialistische klassen kunnen de vruchten der wereldmacht enkel genieten, zoolang de massaas van het eigen volk in stomme onderwerping zwoegen en dulden. Daarom hebben de heerschende klassen overal hun sterkste mannen aan het roer gebracht, en al de lage en wreede onderdrukkings-methoden van den ouden voorburgerlijken politiestaat: spionage, provokatie, omkooperij, censuur, preventieve gevangenis, vervolging van woord en pers, tuchthuis, strop en kogel, zij zijn uit den doode opgestaan en in volle kracht herleefd. De stand der volksvrijheden en rechten is in woeste vaart teruggebracht tot diep onder het peil van voor 1848.
De orgieën van bloeddorstig geweld die sedert vier jaar
| |
| |
de menschheid ontstellen, oefenen een afschuwelijke suggestie uit. De absolute verachting voor lijf en ziel van den medemensch, voor zijn rechten en de vruchten van zijn arbeid, die grove, brute verachting, dag aan dag in tallooze daden, op tallooze wijzen bewezen, dringt als een pestilentie overal door. De gewelddadige gezindheid verspreidt zich van boven naar beneden door alle lagen der maatschappij, juist zooals de toomelooze winstzucht, de matelooze begeerte naar geld, gewonnen zonder arbeid, in alle maatschappelijke lagen doordringt en in enkele jaren tijds de oud-burgerlijke zedelijke normen van fatsoen, eerlijkheid, rechtschapenheid en goede trouw verwoest heeft.
Gevoed met alle sappen van het maatschappelijke lichaam, toegerust met alle krachten waarover het menschelijke vernuft beschikt, treedt het geweld heden ten dage op zoo meedoogenloos bruut en tevens zoo ontzagwekkend als nimmer te voren, verschijnt het als de alleen-beslissende faktor, die lot en leven van honderden millioenen fatsoeneert. Hoe kan het anders, of het moet zich aan die millioenen opdringen als de eenig werkelijke kracht van herschepping der maatschappij? Hoe kan het anders, of zij moeten in hun droomen van socialen omkeer het geweld zien verschijnen als de ijzeren hand, wier greep alléén de wreede heerschappij hunner meesters zal kunnen breken?
Geen wonder daarom, dat de verheerlijking van het geweld - een verheerlijking door de heerschende klassen gepropageerd ter bevordering hunner heerschzuchtige doeleinden, en voor het verwezenlijken van die doeleinden inderdaad onmisbaar - zich ook verspreidt onder hen die gansch andere doeleinden te verwerkelijken hebben: onder de massaas der onrechten en onterfden. In de stemming waarin die massaas thans verkeeren, tot wanhoop gebracht door ellende en onderdrukking, door de ontzettende bloedoffers, nu vier jaar lang van hen gevergd, moet de kultus van het geweld onweerstaanbare aantrekkingskracht op hen uitoefenen. Zij allen, die hun pijnigers wel naar den strot zouden willen vliegen, vinden in die kultus bij voorbaat de rechtvaardiging van alle wreede bloedige daden, in hun eigen strijd te begaan.
| |
| |
Zoo dreigt het gewapende geweld, de methode waarmee de imperialistische kolossen hun strijd om de wereldmacht uitvechten, ook door de revolutionaire voorhoede van het proletariaat als het strijdmiddel bij uitnemendheid tegen het imperialisme te worden aanvaard. Onder die voorhoede worden de stemmen veelvuldiger en luider, die het gewapende geweld beschouwen als een middel, dat in de proletarische revolutie van op zijn minst gelijke waarde en beteekenis zal blijken als de massale staking, bestemd om te voleindigen wat deze begint.
Het toenemende gewicht, van revolutionairen kant aan het wapengeweld als middel in den klassenstrijd gehecht, maakt ook dat de eisch ‘volkswapening’ thans met veel grooter nadruk en feller overtuiging dan vroeger wordt gesteld. De algemeene onderdrukking, achteruitzetting en kneveling van het proletariaat gedurende de oorlogsjaren geven aan dezen eisch bijna de beteekenis van een revolutionaire strijdkreet. ‘Wapenen’ is het woord, dat spontaan naar de lippen rijst, waar machtelooze verontwaardiging aanschouwen en machtelooze toorn dulden moet, hoe vrouwen en kinderen worden neergesabeld en neergeschoten, omdat zij vragen om brood, mannen in de gevangenis geworpen, omdat zij vrede en vrijheid eischen.
Hoe meer het proletariaat zich verheft tot de waarlijk-internationale gezindheid, waarin de strijd tegen het inheemsche en het uitheemsche imperialisme als één en dezelfde strijd verschijnt - de gezindheid waarin het geen anderen vijand meer kent dan het groote kapitaal, de pijniger en verdrukker der menschheid - hoe sterker het overtuigd wordt, dat de algemeene bewapening en oefening zijner scharen onontbeerlijk is tot zijne verlossing en dat het deze bewapening zelf heeft door te zetten, waar de bourgeoisie haar nog niet volledig heeft ingevoerd. De Bolschewiki, de helden van het internationalistische socialisme, de strijdende voorhoede van het wereldproletariaat, zij organiseeren, zoover hun macht reikt, het ‘roode leger’ van de Sowjet-republiek als strijdmiddel tegen de imperialistische klassen van alle landen. En in alle landen maken de revolutionairen zich gereed om dat voorbeeld te volgen, wekken zij de massaas
| |
| |
der soldaten op, om de wapens tegen hun verdrukkers te keeren en agiteeren zij tevens voor de bewapening van het geheele proletariaat.
Zoo volkomen uitgesloten schijnt iedere mogelijkheid, het imperialisme anders dan door geweld van wapenen terneer te werpen, dat ieder die weigert het wapengeweld te aanvaarden als het voornaamste middel of een der voornaamste middelen van de proletarische revolutie, heden door de revolutionairen van schuldige zwakheid en halfslachtigheid wordt beticht.
Rekent de arbeidersmassa echter in de eerste plaats op de kracht der wapenen om het imperialisme te overwinnen, dan zal zij dit moeten navolgen in zijn methoden en zijn praktijken moeten overnemen. Het imperialisme heeft het militarisme zoowel intensief in de hoogste mate versterkt als extensief in de hoogste mate uitgebreid. Aanvaardt het revolutionaire socialisme de imperialistische geweldmiddelen, dan kan het natuurlijk in hun toepassing niet terugvallen achter de graad van ontwikkeling, door het imperialisme bereikt. Wil - om een voorbeeld te geven - de russische sowjet-republiek zich door de kracht der wapenen ontworstelen aan den ijzeren greep van het duitsche imperialisme en dit door wapengeweld dwingen om zijn klauw van de russische grensstaten weg te nemen, dan moet zij zich toeleggen op het scheppen eener militaire organisatie, uitmuntend boven die van het duitsche rijk, en zich van nu af aan met alle kracht wijden aan de voorbereiding tot een worstelstrijd op leven en dood. Dan moet zij opnieuw de millioenen gedemobiliseerde boeren en arbeiders van de akkers, uit de fabrieken en werkplaatsen weghalen om hen in de legerkampen te drillen voor den menschenmoord. Dan moet zij opnieuw millioenen vrouwen en oudere arbeiders ontrekken aan produktieven arbeid om hen in de staal- en munitiefabrieken te zetten aan het vervaardigen van kanonnen en geweren, van brisantgranaten en handbommen, van giftige gassen en prikkeldraad. Dan moet zij onmiddellijk op alle werven oorlogschepen op stapel zetten; dag en nacht moeten de werkplaatsen weerklinken van het gehamer en geklop der werktuigen, het gedreun der machtige machines; onafgebroken moet de arbeid worden voortgezet, moeten de
| |
| |
ploegen elkaar afwisselen. Want zóó geschiedt het in alle imperialistische staten. En de sowjet-regeering kàn niet willen, dat de revolutionaire russische arbeiders en boeren de reaktionaire legerscharen van het imperialisme tegemoet treden met minderwaardige wapenen en ontoereikend geoefend. Het tzarisme heeft millioenen en millioenen menschenlevens verspild; het kon dat, omdat het niets dan verachting voor lijf en leven der verdrukte, uitgezogen ‘grauwe massaas’ koesterde. Maar nu die massaas zichzelven van hun verdrukkers en uitzuigers hebben bevrijd, nu is het eenvoudig onmogelijk dat de uitvoerders van den volkswil hen als schijf opstellen voor de duitsche of de anglo-amerikaansche kanonnen. Wil men verhoeden, dat dit geschiedt en toch het imperialisme met zijn eigen wapenen bestrijden, dan is er slechts één weg: de militaire macht van Rusland zoo hoog mogelijk opvoeren.
In dat geval echter zal het russische volk de ontzettende ekonomische en persoonlijke lasten van het huidige militarisme moeten aanvaarden. Het zal zijn pas-verworven politieke vrijheid moeten offeren aan de eischen der militaire discipline, zijn ontredderde produktie moeten reorganiseeren ten behoeve van den oorlog, dat is van de anti-produktie, de vernietiging en vernieling.
Niet anders als met de voorbereiding tot oorlog staat het met den oorlog zelf. Een oorlogvoerende staat bepaalt uit vrijen wil zoomin de wijze van oorlogvoering als de uitbreiding van het oorlogsgebied; beide worden hem opgelegd door militaire noodzakelijkheid.
In onze dagen zijn de volken opgegaan in de legers: uit hun ontzaggelijken omvang volgt een evenredige uitbreiding van de verwoestingen en van het lijden door den krijg teweeggebracht. De ontzaggelijke hoeveelheid en de bijna grenzelooze kracht der moordwerktuigen werken in gelijke richting, de bloem der jeugd daalt ten grave, de volkskracht wordt voor langen tijd geschokt. De helsche wedloop in het bedenken van sterkere vernietigingsmiddelen gaat onverpoosd voort, en elke verbetering beteekent meer gewonden en dooden, meer verminkte lijven en ontredderde geesten. Geen oorlogvoerende partij kan zich op den duur onthouden van het gebruik van be- | |
| |
paalde vernietigingsmiddelen, en het in praktijk brengen van bepaalde methoden van oorlogvoering, door de tegenpartij gebruikt, zonder haar militaire kracht te verzwakken. Het is ongerijmd te gelooven, dat zij dit uit humanitaire overwegingen zal doen. Wil een socialistische regeering oorlog voeren, dan zal zij evengoed als een imperialistische regeering moeten trachten om door brandbommen en gasbommen, door stikgassen en vlammenwerpers, door vlieger-aanvallen op steden achter het front, door uithongering der vijandelijke bevolking haar tegenstanders ten onder te brengen. Zij zal ter verdediging van haar socialistische instellingen dezelfde middelen moeten aanwenden, die het imperialisme gebruikt om zijn heerschappij over de massaas van het eigen volk of van andere volken te bevestigen en te handhaven. Aan de mogelijkheid, den oorlog te ‘humaniseeren’ gelooven heden ten dage zelfs de burgerlijke pacifisten niet meer. Zullen wij die ons ‘realisten’ noemen, er dan aan gelooven? Het doel der oorlogvoering - de militaire specialisten der oorlogvoerende mogendheden herhalen het sedert vier jaar uit den treure - is de ‘vernietiging der vijandelijke strijdkrachten’. En daar heden ten dage de volken in de legers zijn opgegaan, dat wil zeggen heel de volkskracht in dienst
der politiek militaire oogmerken gesteld, is dat doel thans nog grootscher, nog wijder geworden dan weleer: niet enkel de vernietiging der vijandelijke strijdkrachten, neen die der vijandelijke volkeren wordt nagestreefd. Niet hun lichamelijke vernietiging wel is waar - dit zou een onmogelijkheid zijn - maar hun ekonomische, kommercieele vernietiging, hun volslagen uitputting en daarmee hun vernietiging als konkurrenten en mededingers naar de wereldheerschappij.
Een socialistische gemeenschap, die zich met de wapenen tegen het uitheemsche imperialisme te weer stelt, wordt gedwongen dit doel in al zijn afgrijselijke konsekwenties te aanvaarden.
We hebben hier het voorbeeld van het socialistische wapengeweld tegen het imperialisme van een anderen staat gekozen, ten eerste omdat het zich in de huidige internationale, politieke verhoudingen van zelf opdringt, ten tweede omdat het in zoo sterke duidelijke kleuren spreekt. Echter een
| |
| |
wezenlijk verschil tusschen de konsekwenties van het wapengeweld in dit geval en het andere, dat het stelselmatig tegen de heerschende klassen van het eigen land wordt gebruikt, bestaat niet. Ook dan zal de revolutionaire organisatie die den strijd met militaire middelen wil voeren, deze zoo krachtig en doeltreffend mogelijk moeten maken, en ook dan zou het eventueele verwerpen van de meest weerzinwekkende en onmenschelijke wapenen of methoden tot noodlottig gevolg hebben; dat de revolutionaire scharen tegenover de militaire macht der reaktie in 't nadeel kwamen. Ook zoo het revolutionaire socialisme de eigene bourgeoisie, het inheemsche imperialisme door kracht van wapenen wil overweldigen, moet het bereid zijn om de techniek en de methoden van den imperialistischen oorlog in den burgeroorlog na te volgen. Ook in dat geval staat het voor konsekwenties tegenover menschen en dingen, waaraan het niet ontkomen kan.
Elke politiek, die door geweld haar doeleinden wil bereiken, is onvereenigbaar met demokratie en vrijheid, zij kan de rechten van het individu in geen enkel opzicht ontzien. Wil het proletariaat met de wapenen overwinnen en zich met de wapenen handhaven in den letterlijken zin van het woord - om 't even tegen het inheemsche of tegen een vreemd imperialisme - dan moet het de vrijheid van meeningsuiting, van woord en pers opheffen, het moet hen gestreng straffen, die den militairen dienst of den arbeid ten dienste der oorlogvoering weigeren, juist zooals de kapitalistische regeeringen dit doen. Het moet regeeren met behulp van den staat van beleg - ‘waarmee iedere ezel regeeren kan’ - en de doodstraf weer instellen. Het moet in één woord de volksvrijheid weer ter neer slaan, die het kwam oprichten en bevestigen, want òf het wapengeweld moet de vrijheid, òf de vrijheid het wapengeweld dooden, te samen kunnen zij niet bestaan. Zeker is ook de regeling van produktie, verkeer, enz. onmogelijk zonder tucht, maar deze tucht kan een zuiver demokratisch karakter dragen, gelijk zij in de oude marken en de middeleeuwsche gilde deed. Die tucht is zeer goed vereenigbaar met vrije diskussie, overleg tusschen leiders en uitvoerders, het nemen van bindende besluiten enkel door de meerderheid of zelfs door de gansche gemeenschap der
| |
| |
betrokkenen. In een militaire organisatie echter (ook, zoo deze den naam van ‘volksleger’ of ‘volkswapening’ draagt) is dit alles onmogelijk; daarin is onmiddellijke, onvoorwaardelijke gehoorzaamheid noodig; iedere tegenspraak hoeveel te meer iedere tegenstand, moet onverbiddelijk worden onderdrukt. Niet broederschap, maar hiërarchie, rangschikking, is het levensbeginsel der militaire organisatie. Op den duur ontkomt geen enkele er aan een werktuig in handen van den aanvoerder, een voetstuk voor den diktator te worden.
Terwijl aldus de vrijheid in een militaire organisatie niet kan bestaan, wordt zulk eene organisatie ook naar buiten onherroepelijk tot een instrument dat de vrijheid der massa bedreigt of aantast.
Alles redenen, naar wij meenen, voor het revolutionaire socialisme, om niet enkel het militairisme in den huidigen vorm krachtdadig te bestrijden, maar om elke militaire organisatie te verwerpen. In dat geval echter moet het zich geheel en al losmaken van het geloof in het wapengeweld als een der middelen die de volksmassaas tot de overwinning zullen moeten voeren, het moet volkomen breken met den kultus van het geweld!
|
|