III.
De eene ongunstige faktor van buiten-af, waaraan de oostenrijksche sociaaldemokratie tenslotte bezweken is, is de abnormaliteit van den staat-Oostenrijk, zooals de verdragen van Versailles hem opzettelijk in het leven riepen tot een verminkt, krachteloos bestaan.
De andere is: de instelling der bewapende korpsen, die pest (niet de eenige, maar wel een der ergste), die de wereldoorlog achterliet. De oostenrijksche Heimwehren hebben verschillende stadiën doorloopen, maar het is duidelijk, dat zij in elk stadium een bedreiging vormden van de arbeidersklasse, doordat zij vervuld waren van anti-socialistischen geest. En daar ook de arbeidersklasse sedert den oorlog met de wapens vertrouwd was, was het gevaar van burgeroorlog nooit van de lucht; somtijds latent, dan plotseling opvlammend, al naar de omstandigheden.
Het strekt de oostenrijksche sociaaldemokratie tot eer, dat zij alles gedaan heeft, wat in haar vermogen was, om den burgeroorlog te vermijden. En dit volstrekt niet enkel uit taktiek, maar ook uit sociaal gevoel en moreele afkeer. De oostenrijksche arbeiders hadden in den oorlog ontzaggelijk geleden. Zij waren het bloedvergieten beu, zij voelden weerzin bij de gedachte, het bloed van land- en volksgenooten te vergieten. Hoe groot de klassetegenstellingen ook waren, hoe fel de klassenhaat soms oplaaide, - er leeft óók in het oostenrijksche volk een zekere gemoedelijkheid, die voor het uiterste terugdeinst.
De leiders der partij hebben telkens opnieuw de ontwapening van de arbeidersweer voorgesteld, mits ook de Heimwehren ontwapenden of ontwapend werden. Vijf maal, zeggen zij, hebben ze, hetzij aan Dollfuss zelf of aan zijn voorgangers, voorstellen in dezen geest gedaan. Vijf keer werden die voorstellen afgewezen.
Men kan gerust aannemen, dat hun voorstellen eerlijk gemeend waren. Immers de mogelijkheid, dat de arbeidersklasse in een botsing met de wapens de overwinning zou behalen niet alleen, maar daarvan ook werkelijk de vruchten zou kunnen plukken, werd al kleiner en kleiner en verdween tenslotte geheel.
Men stelle zich de situatie van Oostenrijk goed voor! Ten zuiden begrensd door het fascistische Italië. In het oosten, met uitzondering enkel van Tsjecho-Slovakijë, door louter militaire diktaturen, de eene nog brutaler en bruter dan de andere. Op Sovjet-Rusland konden de oostenrijksche arbeiders hun hoop niet stellen! Immers, Sovjet-Rusland voert al sedert jaren een nationale politiek van voorzichtige terughouding.