Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Over de wijsheid, die de weg tot volkomenheid is. [pagina 80] [p. 80] Over wat mij vastheid in denken geeft. Ik geloof aan de waarheid dat is aan het onvoorwaardelijk beschapen wezen der dingen, en aan hun volstrekt bestaan. Wij zijn het, die hun zin verschillend lezen, als naar onze verwijdering en stand hoogte en gestalt van bergen schijnt te wezen. Maar zoo als achter nev'len bloeiend land, zoo leeft het wezenlijke onder dichte laag van verschijningen onaangerand als een behoorlijke prinses die ligt te slapen tot de prins uit een machtig rijk verschijnt en de betoovering doet zwichten. En aan dien prins zie ik den geest gelijk die de roem is der mensch 'lijke geslachten, want ik geloof dat waarheid in 't bereik ligt van de haar begeerende gedachte en dat in de gewesten van den geest 't zijnde afgebeeld kan worden door 't gedachte. In dit vermogen is altijd geweest de essence van den mensch, zijn voorrang boven en wat hem onderscheidt van 't reed'loos beest. - Wie zijn aard volgt, doet goed en valt te loven: zoo is ons leven 't loffelijkst, als wij 't [pagina 81] [p. 81] besteden om den boom te helpen klooven die ons nog van den hof der kennis scheidt. Want zooals lang de vlammende kometen werden gevreesd als voorteekens van strijd wisseling van gezag of bloed'ge veeten totdat de mensch bekend werd met hun aard en vrees verjaagd door het blijmoedig weten, zoo zal de geest, zoolang hij dwaalt, bezwaard en angstig leven, maar in rust, wanneer de waarheid der dingen zich hem openbaart. En zooals 't hoogst gezag, naar Dante leerde tweevoudig uitgedrukt op aard verscheen als paus en keizer, die één macht formeerden waar één de wereldlijke zijde en één de geest'lijke van beeldde - twee verscheiden uitingen, vereenigd het algemeen volstrekt begrip omvattend - zoo zien wij de uitgebreidheid en 't denken als de twee uitdrukkingen van 't zijn dat wij belijden. En wijl de enk'le doet als de schare dee, 't kleine herhaalt het algemeene dringen en de golf de bewegingen der zee zoo hebben alle menschelijke dingen een geest'lijk en een stoffelijk gelaat: 't zin'lijke is afdruk van bespiegelingen, de keerzij der gedachte vormt de daad. [pagina 82] [p. 82] Tweevoudig openbaart zich alle leven: veel wordt helder voor hem, die dit verstaat. - Kennis van de uitgebreidheid is 't gegeven waardoor de geest 't bestaan der menschen bracht van volle afhank'lijkheid tot wetten geven en door vermeerd'ring van wetten verwacht hij immer grooter vrijheid te bereiken want alle erkende waarheid stolt tot macht. Daarom zal hij zoo lang naar deze reiken tot zijn beeld van haar stoffelijken staat en die, vereenzelvigd zijn tot gelijken. De kennis van het geestelijk gelaat der wereld, is zwaar te bereiken maar de weg die den geest geleidt, bestaat. Zooals een vijver in een woud en waar de boomen zich in spieg'len, ze alle kent door 't beeld dat hij ontving en rein bewaarde, zoo weerspiegelt de waarheid zich en prent den geest een beeld in, waar hij niet van vraagt ‘of dat hààr beeld is’ wijl hij haar erkent. Want wie spreekt ‘komt de dag niet’ als het daagt: de waarheid nu is een dag die zijn eigen licht en verkondiging met zich meedraagt en de zwakke dwalingen brengt tot zwijgen als een vreesachtig en lichtschuw gebroed dat zich verberregt voor der zonne stijgen. [pagina 83] [p. 83] Daarom is de mensch, die zijn aard bevroedt niet meer door twijfel wisselend gezinde en lijdt geen dobbering meer van 't gemoed want zij die onzichtbare waarheid vinden voelen haar even twijfelloos te zijn als de zeevaarders onzichtbare winden. Hij nu die waarheid leven voelt in zijn gedachten, zoekt als hoogste vreugde deze: haar buiten zich te beelden als een lijn. Dit is de beteekenis en het wezen van wie de wet volbrengend die ‘k vermeldde belichaamden wat zij als waarheid prezen en hun verkristalde gedachten stelden buiten zich in het werkelijk bestaan en ze maakten tot een geslacht van helden wier stem en oogen, gebaren en gaan leek intenser en leefde werkelijker dan dat der menschen die op de aarde staan: door meer waarheid bloeide hun leven rijper en de volken zagen een nieuw geslacht wand'lend met hen, als zij, maar God-gelijker: Dante en Homeros hebben dit volbracht. Vorige Volgende