Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Over een staat van mijne ziel en hoe ik dien verliet. Nadat ik lang geleefd had, van mijn staat zeker, hem prijzende op zelf-gezag, gingen mijn oogen open, dat ik zag mijn ziel, en haar deugd hing als aan een draad. Want zoo, als gif-beladen wind vermag, blazend. te brengen over 't land veel kwaad, zoo had trots, ademend in mijn gelaat de zachtheid gewond, die daarover lag. Toen hield ik met mijn geest, dat is, met mijn gevoel, en 't deel, dat dat naar kracht regeert, beraad, en beide spraken: trots is slecht. - Mijn oogen zijn open, ik zal waakzaam zijn: nu helpe wie mij liefheeft mijn gekeerd varen, richte de zwakke steven recht. Vorige Volgende