Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Over wie de abstraktie liefhebben boven den mensch. 't Hart leeft in pijnen, wen 't niet wordt gespijsd, dus, wie 't aan de een'ge altoos voorhand'ne vruchten tijdig gewent, dat het nimmer hoeft duchten gebrek, en steeds verzadigd voelt, doet wijst. Mensche', en al wat van menschen komt, verwijst ten tweeden rang hij: 't zijn vreugden die vluchten kunne' en zijn hart hangt hij hoog in de luchten, waar 't leeft sereen en niet door wee vergrijst. Wie 't kunnen, groet ik met ontzag: 't eischt helden. Een mensch voelt tot mensche' altijd weer getrokken: hun armen nood'gen, en de abstraktie wijkt. maar zekerlijk zal 't heilgelui der klokken omhoog, d' overwinnaar alles vergelden wat hij verliet, om wat hij heeft bereikt. Vorige Volgende