Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Over den strijd des harten in de dagen der jeugd. Wie jong is, woont als in een schemering. Nog onbestraald door zon van zekerheid wil 't hart den weg naar de verhevenheid zoeke', en ziet niet dat het vaak dalend ging. En als een man, die zijn moeder verwijt het lijfsgebrek, dat hij van haar ontving, klaagt hij natuur aan, dat ze elk sterveling hoogere wenschen heeft in 't hart geleid dan hij bereiken kan, door wil in daad. Maar nadat hij lang alles heeft verklaagd wat niet zich-zelf is, wordt zijn toorn verdriet, en hij weent om zijn hoogmoed, en dan slaat het uur waarop hij, vrijwillig verlaagd, rijp wordt voor vreugde, die hij nog niet ziet. Vorige Volgende