Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Over het ongestadige van het innerlijk licht. Maar trots gaat met 't geweet'ne alleen te rade, en klampt daarop hardnekkig ziend zich vast tegen het denken, voorgevreesd als last, aan de raadselen van gesloten daden ringsom. En daar trots vreest, zoo gaat hij smaden, smaden wie nederig, als menschen past, bekent tastend in duisternis te waden naar verre baak, waarom wijd water plast; waaruit een licht bij wijlen hem toeschijnt, en straalgroet zendt over het gladde water en plotseling verraderlijk verdwijnt, zóó dat wien langs lichtend gevaarloos pad de baak bereikt scheen, weenend weinig later riep, dat hij doel èn weg verloren had. Vorige Volgende