Portretten en verzen(1959)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] [Somtijds wanneer ik zit en niets verlang] Somtijds wanneer ik zit en niets verlang buigend over de stilte in mijn gemoed, is het of ik flauw hoor een nieuwen zang van rijper schoonheid ruischen door mijn bloed. Misschien dat nu het bitter en het wrang der smart, zich daar waar klotst d' eeuwige vloed van 't onbewuste, in verborgen lang gemijmer puurt tot dieper teerder zoet. Misschien. Misschien dat zooals fijnst aroom doorgeurt de vrucht in noord'lijk land berijpt waar barre winter lang de sappen stremt, zoo menschelijkheid meest haar volle stroom van klaar meegevoel dat alles begrijpt door 't hart stuwt, in smarthuiv'ring lang beklemd. Vorige Volgende