Opwaartsche wegen(1907)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Drie hymnen aan het leven in gemeenschapsgevoel. [pagina 87] [p. 87] In jeugd. Nu springen donkre poorten open met den sleutel der min; dit is de ware geboorte, dit is eerst levensbegin, nu ik mij op leven bezin. Mij dunkt de wereld blijde als de dag is 's morgens vroeg: O Wereld, wel zijt ge wijde, maar mijn hart is groot genoeg om heel uw volte te vatten; zeg mij, waar vang ik aan, ik dorst om al uw schatten te vinden en te verstaan. Ik min zoo... Menschheid, mijn leven hoort u, maar hoe meer ik geel, hoe meer de uren mij geven, hoe stralender jong ik leef. Met uren en met krachten ga ik om als een vorst met goud die put uit oneindige schachten en altijd overhoudt. Als op sterke stalen veeren [pagina 88] [p. 88] vliegt overend mijn kracht; ik heb wel eens bij het keeren van 't getijde, aan den dood gedacht, maar zijn zin bleef mij gesloten als van overoud teekenschrift: Leven, uw welige loten verhullen mij zijn gezicht. Vorige Volgende