De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] III Vrouw die niet waart wat g' uzelf scheent te wezen en van bevrediging 't zoet hebt gemist, de zin die w' in uw taal verborgen lezen is dat ge in uw kracht u hebt vergist. Toen de bergkammen lokkend voor u rezen van dat land waar ge den naam nauw van wist leek alle lieflijks voor u weggewischt in 't heemlijk dal dat ge verliet voor dezen. Ge vloogt de steilte op, voelend als bevederd en daglang liept ge onverschrokken voort, rond u het rauwe en wilde en halfgekende: maar toen schemering viel, die 't hart verteedert laagt ge neer, weenend met gebroken lenden van heimwee naar het land van uw geboort. Vorige Volgende