De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 111] [p. 111] XI Makkers de helderheden zijn niet vele maar toch hebben wij heugnis van een paar toen de dingen die zwak make' en verdeelen voor ons verwonnen lage' en niet meer waar. Toen een wil steeg uit ons, als geuren naar omhoog van bloemen, recht-op op hun stelen: nog voelen wij door heel ons lichaam streelen welk geluk wij dan vonden in elkaar. Wij waren saam en voelden blijde, blijde - was het de hoop die daagt of was het meer? Verwachting brandt en hoop verbergt begeer en twijfel maakt bezorgd haar zoetste tijden; wij dronken u, broederschap der bevrijden en zonken even in uw zalig meer. Vorige Volgende