De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] IX Wel drukken ons uw dompige atmosferen, wij lijden Holland maar ons dreigt geen dood; wij vullen onze longen naar begeeren met zuiverder lucht in een waarlijk groot rijk waar ook onze lichamen verkeeren in een werklijkheid die zich ons ontsloot weidsch als uw droomen, en met vollen stoot blazen we haar in uw' stilstaande meeren. Eenmaal zal daarginds opstijgen een wind en over de grenzen die u omsnoeren zijn golven van geluk en schoonheid slaan: Holland welk verschiet zal u opengaan welk gevoel van bevrijding u ontroeren wanneer het broederlijk leven begint. Vorige Volgende