De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] III Dit is de windval door het nieuwe loover; een vol, verrukkelijk geruisch begint: van boom tot boom schiet voort de lentewind en wekt bladerenzang, de wereld over. De mensch die zingende gewelven vindt waar hij gister niets vond dan doodsch en poover geraamt', ziet het anders als door getoover en toch geniet hij alles, kalm-gezind. Zoo zal, wanneer gij eind'lijk heen en weder tusschen de menschen zweeft met stille pas, Vrede, en hun handen ineen komt leggen, het hun ook zijn of het altijd zoo was: u en elkaar toelachend lang en teeder zullen zij stil geniete' en niet veel zeggen. Vorige Volgende