De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] II Bleek goud vloeit uit door de hemelsche streken, er is een gloed onder hun blauwe kleur; op aarde rijt door de gedweeë weeke akker gemakkelijk de ploeg zijn scheur. Komt deze zoele wind van lente spreken? Is dit niet al haar gezegend gebeur? Maar neen, zij is het niet, want nog ontbreken lente's liefste boden, geluid en geur. Zoo schijnt ons somtijds toe te zijn gekomen de schoone wereld die we nog gaan winnen en de ziel meent, dat zij een teeken zond. Maar als we grijpen, voeren onze zinnen niets mee: w'ontwaken uit voorbaarge droomen zoet voor het hart, maar nog flauw in den mond, Vorige Volgende