De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] XIII De hemel schittert zacht, de waatren blauwen stralend weerom 't opengewaaide dak; bladergordijnen vallen: licht en strak onthullen zich verlorene landouwen. 't Is of de wereld groeit onder den flauwen koozenden wind die licht en zoel opstak; zijn adem klaart het groote wereldvlak en doet de held're afstanden vertrouwen. Dit is de laatste zegepraal der zonne, met bleeke wangen naadren nevel-dagen, dan stort ten val in regenstornjen 't jaar; 't is wel: mijn hart kan kalm dien val verdragen, de held're wereld die ik heb gewonnen omhult zich soms, maar blijft niet minder waar. Vorige Volgende