De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] VII De strijd is zoet aan 't hart bij oogenblikken maar vele teed're dingen doet hij lijden; hij vraagt niet wat wij minnen, wat wij mijden en komt in vormen die ons soms verschrikken. Alle aardsche dingen wisselen en verwikken; dag volgt op nacht; bloesems brengt het getijde na bladerval, 't heeft al zijn zachte zijde, wij, wij alleen wij mogen niet verwrikken. Alle menschen werpen den last soms af dan effent zich om hunnen mond het harde, hun hand laat vrij de bitt're wapens zinken... Ons roept de strijd te wake' en te volharden in 't onverzoenlijk wezen dat hij gaf en diep in ons de zachtheid te verzinken. Vorige Volgende