De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] VI Lente vloog aan met suizende gebaren met heftig wuiven van het groen gewaad, haar losgewonde' en glanzend-natte haren zwiepten achter haar aan in wilden maat. - Droeve oogen, gaat ge nu verlangend staren terug, naar winters strak-vertrouwb'ren staat die geen jong leven wekt en 't niet wil sparen en blad noch bloesem lokt en dàn verslaat? Bedenk, dat hoe gekweld, teruggehouden, 't jaar verder groeit naar de volmaakte dagen van goudgeel graan hoog gras en vol gebladert Eens vallen alle winden alle vlagen dan zult ge zien hoe zij de poorten bouwden waardoor de volheid van den zomer nadert. Vorige Volgende