De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] V Door den dag kunnen wij de stemmen bannen omdat de taak al onze krachten grijpt maar als zijn vrucht tot avond is gerijpt voelen wij veel vragen als bogen spannen. Wij schikken rond-om lampen half-bevredigd en rond het haardvuur dat droefheid verslaat heraadmend, dat de dag die is geledigd geen droesem achterliet van erger kwaad. Want er is altijd iets, waarvoor wij vreezen; wij zijn als vrouwen van visschers op zee die dag aan dag water en winden lezen: hun heel bezit deint op de golven mee. Ons hart is ingescheept op 't wereld-woelen, haar stormen en haar stilten doen ons aan haar branding breekt op ons en wij gevoelen haar rillingen door onze diepten gaan. Vorige Volgende