De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] XIII Het jonge licht in enkele oogen voedt langs een verborgen weg, komende tijden: geen laatre oopnen die niet onvermoed dit nieuwe leven in hun blik belijden. Zooals kudden rijzen uit nevel-weiden: eerst een, dan andre, en dan een gansche stoet zwijgende dieren - wie kan onderscheiden welke weten, wat alle rijzen doet; - zoo speelt in diept', waar oor en oog verstomt, en de bewustheden gravend niet raken een zich verstaan der zielen onderling, daar geven zij elkander waarschuwing en stille tijdingen van 't eerste blijken dat de nacht nadert, of de morgen komt. Vorige Volgende