De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] IX De muziek jaagt de zuchten naar omhoog en wekt gekreun om de voorbije dingen en weeft hun verlokkende schemeringen die goed en kwaad onttrekken aan het oog; tot jeugd, en al wat zich in haar bewoog gelijkt een vroeg-verloren lievelinge en de verkregenheden als geringe dingen wegkruipen voor die schaduw hoog. De steunsels zinken weg, de pijlers wijken en de verlangende ziel geeft zich over aan den weedom, die verraderlijk is; gevoels-golven slaan hoog over de dijken maken haar vol met onstuimig getoover; van 't hernemen ligt alles ongewis. Vorige Volgende