De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] VIII De dag kwam als een licht schip binnenzeilen die de bewustheid weerbracht aan 't herleefde, ik greep mij naar mijn hart hoe of het leefde en zie, het lag een klare zee te peilen. En 't was als gras zacht deinend vele mijlen met niets dat ruw verbrak of wild op-leefde maar vlak en open in zijn bloem-doorweefde eenigheid, en een rust om aan te wijlen. En het was vreugd te denken aan den dag zooals die schoon zou zijn, opgaand en dalend overal bloeiend veilig waar ik zag. En 't was àl gekomen zonder mijn wil; ik leefde maar, ik lag maar ademhalend: wie maakt er in de nacht de harten stil? Vorige Volgende