De nieuwe geboort(1928)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] II Niet heb ik meegedragen uit den slag 't gereede en blijvende ontroerd vermogen en de kracht niet der inwendige oogen om de volte te grijpen van den dag. En menigeen die mij uittrekken zag, en nu ziet, niets dan werker in de droge karige velden van dit middelhooge noemt me verslagen om 't arm'lijk gedrag. Maar 'k tel mij winnend want den leegen tijd doorstaat mijn hart standvastig als een vrome die zijn god zonder wonderen belijdt, en heel 't verloopen van den vollen vloed van de jeugd-dingen die maar ééns op-komen verdraag ik met een ongeschokt gemoed. Vorige Volgende