het sentiment direkt en spontaan; het kan niet uitgebeeld worden zonder aan waarheid in te boeten. In een korte toelichting tot deze voorstelling zei de leider dan ook, dat deze wijze van ten tonele brengen slechts diende om de sfeer en omgeving, waarin de liederen ontstonden en zijn blijven leven, aan te duiden. En inderdaad kon zich onze aandacht, dank zij deze soberheid van aankleding en de ongedwongen wijze waarop de medewerkenden optraden, vrij van elke artistieke pose, volledig op de muziek konsentreren. Het ging alles zo natuurlik, zo eenvoudig, dat men zich nauweliks rekenschap gaf dat hier kunstenaars voor ons stonden. De uitvoeringen waren subliem, maar men ontmoet onder volkszangers en -instrumentalisten immers wel eens meer geboren virtuozen.......
Het programma was in drie afdelingen verdeeld. Het eerste bracht beelden uit Groot-Rusland, Wit-Rusland en de Oekraïne; het twede uit de Krim en het hoge Noorden; het derde uit Midden-Azië. De liederen droegen het meest uiteenlopende karakter: er waren wiege- en bruilofsliederen, kozakken- en roversliederen, spot- en liefdesliederen, soldaten- en handwerkersliederen, oogst- en herdenkingsliederen, meisjes- en speelliedjes, volksballaden, enz. Met uitzondering van enkele Jiddische liedjes, die aan de piano begeleid werden, werden allen op de bijbehorende nationaal-instrumenten geakkompagneerd. Vooral de Domra speelde hierbij een voorname rol. Dit is een soort mandoline, maar van rond model en met vier enkele snaren bespannen; de klank is ook veel voller en edeler en houdt het midden tussen die van de banjo en balalaika. De domra bestaat in vier stemmingen (en dus ook vier formaten); als kwartet had het een geheel eigen charme. Dit oude begeleidings-instrument was volledig in onbruik geraakt, maar is - dank zij enkele door prof. Ljubimoff aangebrachte verbeteringen -, tans weer, met de accordeon (een klein model trekharmonica), als volksinstrument het meest in zwang. Alleen te Moskou vindt men ongeveer 400 domra-orkesten, met een gezamenlik aantal leden van circa 8000. Van wege de z.g. klubs (die men in elke gemeente van het huidige Rusland aantreft, en die politieke verenigingen, sport- en schaakclubs, toneel-, zang-, muziek, radioluisteraarsverenigingen, enz. omvatten), wordt op deze instrumenten - trouwens ook in zang - onder vakkundige leiding les gegeven. De dans wordt bij voorkeur begeleid door de cembaal, die wij van tsiganerkapellen kennen. Het instrument, dat hier gebruikt werd, werd door de bespeler op de knieën genomen en zowel met de met doek bekleedde stokjes bespeeld als betokkeld. Die bespeling geschiedde met een verbluffende vaardigheid; allerhande onge-