In de webbe der tijden(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] De laatste wake De laatste aardsche wake in den lauwen zomernacht - twee soldaten houden de wacht - voordat komt het groot ontslaken. Buiten de sterrenpracht. De laatste bittere uren. - ‘Ik wist dit, ik heb het verwacht’, de lippen prevelen zacht. Groot valle' op de grijze muren de schaduwen van de wacht. Brandt er licht in de cel bij de buren? Donker en stil in den nacht slapen rondom de landouwen. Sterren seinen ‘hebt vertrouwen, God houdt nog altijd de wacht.’ Hij steunt het hoofd in de handen. Op de kleine tafel ligt de brief dien hij schreef, toegevouwen; hij maakte zoo juist hem dicht. Men ziet in meer cellen nu branden door de ramen, een weinig licht. Vóór hem, een schoon verhaal ligt, onzichtbaar opengeslagen, - voorgoed valt het boek straks dicht. Hij ziet de voorbije dagen, beluistert hun lieflijk verhaal... Hij ziet zich zelf, veilig geborgen in een ruime woning vol zon; 't was dáár, dat zij leven begon, - hoe leeg is zoo'n cel en kaal - Rijk aan vreugd' is zijn jeugd, vrij van zorgen; [pagina 100] [p. 100] Vader en moeder altijd klaarstaand voor de kindren, de beide zusse' en hij zelf. Zacht glijden de jaren der kindsheid voorbij naar de academie-jaren. Het is of hij even glimlacht bij het denken aan zijn wilde haren; hoe lang geleên lijken die jaren... -Kucht daar een soldaat van de wacht? - Daarna is het schoonste gekomen: in zijn leven kwam de vrouw, dapper is zij en trouw, doet nieuwe verschieten opdoemen... - Zijn hart wordt aangedaan door een groot verlangen te leven... Toen d' aarde begon te beven wees God een taak hem aan; gaf die te vervullen hem kracht. Hij voelt met rustig vertrouwen ‘'t Was goed zoo.’ Over de landouwen wordt al ijler de sluier der nacht. Dan rijst de dag jong en puur. - De schoten zijn gevallen. God helpe ons en hen allen in ons leven en stervensuur als de gouden sterren Vallen en afgelost wordt de wacht. 1943 Vorige Volgende