In de webbe der tijden(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Nieuwe geboorte Alléén, laatste hand losgelaten, voorbij de huizen, de straten, te vallen; te vallen voorbij menschen en volken in de draaikolken van het woordlooze - waar de woordrozen niet meer bloeien, beminnen, omdat alle zinnen zijn verstomd. Alles gaat onder in inktzwarte duisternis. Benauwing, benauwenis... Men zou willen schreeuwen (had de stem niet begeven) als 't wicht, dat der moeder ontvalt. Is niet elke geboorte een wonder? Het begin eener nieuwe gestalt'? Zoo ook deze. Van heel ver, vanachter de grenzen der eeuwen kome' omhooggecirkeld twee meeuwen, zilverblank, statig en groot. Ergens, in het nachtgebied, begint licht te sproeien, wateren bloeien, in een verte oopnen zich poorten: de nieuwe geboorte geschiedt - geschiedt: het Eeuwige Wereldhart klopt den boreling tegen, zeer zacht. Vorige Volgende