Jeugdwerk 1884-1892(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] IV En zoo ik tòch mij-zelf bedrogen heb? Zoo ik mijn ziel, die waande vrij te wezen, Met draden fijn als klanken uitgelezen Gevangen houd in een groot logen-web? O God! daar is die erge Twijfel weer! Vertrouwe' -in kracht heeft mijne ziel verlaten, Als bang klein kind, verdwaald in drukke straten Zoek ik mijn weg, en schrei, en weifel zeer. En als het Waarheid is, wat zij verkonden, Dan was mijn leven niets dan grove zonde, Dan schennend afslaan van ùw Groote Hand, Dan rest mij niets dan heel devoot te knielen, En nederig, met al die kleine zielen t' Aanbidden wat ik eenmaal heb verbrand. Maart 92. Vorige Volgende