Jeugdwerk 1884-1892(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] VII Oude Droomers. Ze zijn hèel oud -, veel ouder dan zij 't weten, Want oud-Geloof, en oud-Gedroom uit grijzen Verganen tijd, houdt ze' aan een sterke keten, En onbewust doen ze' Al-Wat-Was herrijzen. Hun monden preev'len en hun oogen peizen, Als zien ze 't Eene dat nòoit kan vergeten Wie 't eens gezien - als zien ze door de reten Van 't menschlijke - Nacht van Verschrikking deizen. Zij volgen me' als benauwde droomgezichten 'k Zie in hun starren blik d' ontzetting lichten Van hen, die 't Noodlot zagen - en ik luister In heimlijke' angst en durf hun niet meer vragen Want wie de zin vat van hun heesch gefluister Zal òok de last van Leve' ontsluierd dragen. April 92. Vorige Volgende