Jeugdwerk 1884-1892(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Sonnetten-Fragmenten uit ‘Laatste Liefde’. Iaant. Want mijne ziel lag als een bloemenveld Voor ieder open; en veel slimme diefjes Plukte' er boterbloempjes en madeliefjes, En zijn daarmee - volhandig - heengesneld. Vèr weg van menschen-buurt en groote Wegen Bij stille bron, waar eeuw'ge Reinheid welt Is 't wonderpark van mijne ziel gelegen - Den weg dàarheen heb ik gèen Mensch verteld. Dàar bloeien roode rozen zonder tal Trotsch-witte lelies, wel een hondert-tal En reseda en lieflijke violen. En nu den weg gevonden is door U, Moogt g' ongehinderd langs de paden dolen, En àl de wonderbloemen zijn voor u. Vorige Volgende