Jeugdwerk 1884-1892
(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
[Het] De Stormwind huilt.aant.De stormwind huilt [de snee] en raast met... en kracht,
En jaagt de sneew voort in wilde vlagen,
O groote zee, o oceaan vol plagen
Wat moet gij [schoon] grootsch en prachtig zijn in deze nacht.
Wel wilde ik nu staan op 't mulle duin,
't hoofd biedend aan den storm en al zijn vlagen,
En luistrend naar uw wild aanhoudend klagen,
[En] Bespat door 't schuim der hooge golven kruin.
Dan zou mijn hart wijd opengaan
Met wellust zou ik [luiste] staren [naar] uw loeien
Want gij en ik, wij weten wat we zijn
Want ik heb U lief [b] in al uw levensdagen,
Maar 't liefste heb ik U bij storm en nacht,
[Wanneer de stormen loeien]
Als gij U opricht in uw ganze kracht
En [somber wild] van smart en [wroeging]
En heel uw ziel in smart en sombre' -
Zich uitstort in een wilde sombre klacht.
O groote zee zoo teeder en zoo onverbiddelijk,
Wat denkt ge wel in nachten als deze is
Wat leed doet U die sombre klachten slaken? [uiten?]
Is 't wroeging, is 't berouw?
Denkt ge aan de velen die in uw diepte rusten
Gevoelt gij smart dat gij kalm[?]
trouw gereed en smart
hen niet begraaft te rusten/lusten
| |
[pagina 35]
| |
Ik wensch me een graf aan der duinen voet,
Vanwaar ik de golven kan hoor en,
En waar de zeemeeuw [in] met schelle schreuw
Mijn ruste komt verstoren.
Daar zal ik slapen zoo zacht, zoo vast
Gewi
In het mulle zand, aan der duinen voet
[Daar] zij eens mijn graf gedolven
Daar zal ik sluimren zoo zacht, zoo zoet
Gewiegd door 't geruisch der golven.
Geen roos zal bloeien op mijn graf
Geen vogel de stilte verstoren,
[Wat deert] Ik wil geen bloemen, geen voglenlied,
Slechts de golven wil ik hooren.
[Zij zullen zacht fluistren] om mijn graf
En de doodsche stilte verbreken
Zij had ons lief, die daar [slaapt] vredig rust,
Zoo zullen zij zachtkens spreken
Zij had ons lief die daar ginder slaapt,
Zoo zullen zij zachtkens spreken.
Hun klaaggezang, hun lied
Zal alleen de stilte verbreken.
Luik. 12 Februari 88.
|
|