Bijlage I
Manifest over meningsvrijheid
(Antwoord op het Communiqué der indische regering van 15 October 1921, ter verklaring van de arrestatie der gebroeders Ali).
‘Naar aanleiding van de vervolging der gebroeders Ali en anderen om redenen, die in het regeringscommuniqué worden uiteengezet, wensen de ondergetekenden te antwoorden, dat het onvoorwaardelijk recht van iedere mens is, om zijn mening uit te spreken, ook van burgers in dienst der regering, hetzij als ambtenaren of militairen.
Wij spreken als onze overtuiging uit, dat het niet overeen komstig de nationale waardigheid is, om als Indiër in dienst der regering te zijn, hetzij als ambtenaar of militair. Zij immers is aansprakelijk voor India's politiek, economisch en zedelijk verval en heeft de soldaten onder andere ten tijde der Rowlatts Acts gebruikt om nationale eisen te onderdrukken zowel als om Arabieren, Turken en Egyptenaren, die India nooit het minste kwaad gedaan hebben, hun zelfstandigheid te ontnemen.
Ten slotte zijn wij van mening, dat het de plicht van iederen indischen soldaat en ambtenaar is, om zijn betrekking op te geven en andere middelen van bestaan te vinden.’
w.g. M.K. Gandhi
Sarojini Naidoe
Motilal Nehroe
N.C. Kalkar
G.M. Stokes
Laipat Rai
Ajmal Khan.