| |
| |
| |
VII. De bolschewiki als bevorderaars van beschaving en volksontwikkeling.
Maatregelen tot verbetering der Volksgezondheid.
Het spreekt vanzelf, dat de huidige omstandigheden in de Sowjetrepubliek, - evenals in geheel Oost- en Midden-Europa, - voor de volksgezondheid uiterst ongunstig zijn. De ontzettende ondervoeding doet de verzwakte lichamen een prooi worden van typhus en andere besmettelijke ziekten; het gebrek aan goede woningen werkt de verspreiding daarvan nog in de hand, evenals het tekort aan zeep, onderkleeding, enz. Honger en onreinheid, de twee grootste belagers der volksgezondheid, hebben vrij spel.
Tot de toestanden eenigzins normaler zijn geworden, vermogen de Sowjet-organen niet veel meer dan de ergste vijanden zooveel mogelijk tegen te gaan, die de volkskracht aantasten. Verbetering der voedselvoorziening is natuurlijk het eerst-noodige, maar zij kan pas bereikt worden, wanneer de middelen van vervoer hersteld zullen zijn, en dit hangt weer samen met de opheffing der blokkade. Onder de maatregelen ten behoeve der volksgezondheid genomen noemen wij: bestrijding van besmettelijke ziekten (de energieke bestrijding der cholera-epidemie te Petersburg door het Sowjetbewind is ook van burgerlijke zijde zeer geprezen), verbetering van fabrieken en werkplaatsen uit sanitair oogpunt, kostelooze openstelling van bad-inrichtingen. Om samenhang te brengen in het werk op sociaal-hygiënisch gebied is een Raad voor Geneeskunde opgericht, waaraan de voornaamste vakautoriteiten verbonden zijn.
Uit verschillende mededeelingen blijkt de groote zorg, besteed aan de verbetering der hygiënische voorwaarden, waaronder het jonge geslacht opgroeit. Hierin onderscheidt Sowjet-Rusland zich ongetwijfeld gunstig van alle kapitalistisch-geregeerde staten, dat de zorg voor de gezondheid van alle kinderen als een elementaire plicht der gemeenschap wordt erkend. Aan de scholen worden sanitaire sekties toegevoegd; speciale kursussen, voor de onderwijzers georganiseerd, maken deze bekend met de beginselen en de toepassing der school- | |
| |
hygiëne. Het kommissariaat voor volksgezondheid heeft in die steden, waar de nood het grootst is, de organisatie der kindervoeding op zich genomen.
Overal richten de plaatselijke sowjets, behalve de gewone volkskeukens, ook schoolkeukens op, die een verhoogd rantsoen levensmiddelen ontvangen. Alle cacao en chocolade in Rusland aanwezig wordt voor deze kinderkeukens gereserveerd.
Ten bate der kindervoeding is een speciale belasting ingevoerd waaraan allen, ook de arbeiders, iets mee zullen moeten betalen. Voor de tuberculeuze kinderen van Moscou werd in de rabijheid der stad een sanatorium geopend, waarin het nieuwe, vruchtbare beginsel der arbeids-therapie in de vrije lucht in toepassing wordt gebracht. Ook de onderwijzers-vereeniging te Astrakan besloot tot oprichting van dergelijke arbeids-sanatoria, waar lichamelijke verzorging en geneeskundige behandeling met sociaal-opvoedkundige maatregelen tot een harmonisch geheel vereenigd zijn. Zóó groeien opvoeding en hygiëne naar elkaar toe en wanneer Sowjet-Rusland door de bevestiging der nieuwe orde in het land zelf en de uitbreiding der sociale revolutie over Europa al zijn geestelijke en stoffelijke hulpbronnen zal kunnen besteden aan den bouw van instellingen, voortvloeiend uit de kommunistische beginselen, dan zal een geslacht van jonge mannen en vrouwen opgroeien, die de trots en de hoop zijn der gemeenschap, gezond en zuiver van lichaam, vervuld van liefde tot den arbeid, dien zij hebben leeren kennen als een heerlijk spel, een weldadige oefening hunner vermogens en sedert hun prille jaren door liefde voor elkander bezield. Zij zullen de eerste waarachtige kommunisten zijn.
| |
Maatregelen ten behoeve van volksbeschaving en volksontwikkeling.
De voornaamste taak van een proletarische regeering in het overgangstijdperk van kapitalisme naar kommunisme is, met de politieke en ekonomische reorganisatie der maatschappij, de verheffing van het verstandelijke en zedelijke peil der massa's. Ook in dit opzicht laat het oude stelsel een vloek na, een last die niet dan door ontzaglijke inspanning en ook dan niet van den eenen dag op den anderen afgewenteld kan worden.
Ten einde te voorkomen, dat de onwetendheid der massa's deze opnieuw in de macht zou brengen der vroegere heerschende minderheid, en om het monopolie van een afzonderlijke klasse van intellektueelen te breken, waarvan velen in hun hart naar de kapitalistische orde
| |
| |
terugverlangen, is het noodig onverwijld de toegangen tot de geestelijke schatten der menschheid voor de massa's open te stellen. Het reeds volwassen arbeiders-geslacht, dat het bestaan van deze schatten ter nauwernood bevroedde, moet geleid worden naar den tuin, waar de boom der kennis groeit en de wonderbloem geurt der schoonheid, opdat van zijn vruchten nog iets hun geest versterken en nog iets van haar lieflijkheid hun gemoed verkwikken moge. De ontzaglijke geestelijke stimulans der revolutie maakt dit mogelijk; hoe vreemd het schijne, de politieke strijd slorpt in een revolutionair tijdperk slechts een klein deel van de vloeibaar geworden energie der massa's op: deze storten met grenzenlooze begeerigheid de nieuwe wereld van wetenschap en kunst binnen.
Maar van nog grooter gewicht is het, dat in den overgangstijd naar het kommunisme opvoeding en onderwijs in nieuwe banen worden geleid. Niet langer mogen menschen gekweekt worden, enkel geschikt om onderdeel eener machine, onderworpen uitvoerders van anderer wil te wezen! Zij, die nu kinderen zijn, moeten opgroeien tot een geslacht van mannen en vrouwen, toegerust met al de kennis der natuur en der techniek, noodig om het maatschappelijk arbeidsproces in zijn algemeene lijnen te kunnen overzien en daarin een leidende rol van grooter of geringer beteekenis te kunnen vervullen. En tevens moet de opvoeding de artistieke gaven aankweeken, die elk normaal menschelijk wezen in minder of meerder mate bezit, opdat de doodelijke eenvormigheid, de botte negatie van alle schoonheid, die het kapitalistisch productie-stelsel als erfenis overal achterlaat waar het vroegere productievormen vernietigd heeft, zoo spoedig mogelijk overwonnen worde en een zoo groot mogelijk deel van den arbeid voor den arbeidende weer een bron worde van vreugd.
Om dit te bereiken is een algeheele vernieuwing van het opvoedingsstelsel noodig. De oude scheiding tusschen lager en hooger onderwijs - een rechtstreeksch uitvloeisel van de klasse-tegenstellingen - moet evengoed vervallen als die tusschen hoofd- en handenarbeid. De grondslag van het opvoedingsstelsel der nieuwe gemeenschap moet de eenheidschool, tevens arbeidschool worden, die alle kinderen bezoeken, waarin handenarbeid met theoretisch onderricht tot één ondeelbaar geheel verbonden zijn en ook de aesthetische zijde der opvoeding tot haar recht komt, die weer onafscheidelijk is van een zekere mate van individualiseering.
Al bezitten wij helaas geen gedetailleerde en samenhangende kennis van de wijze, waarop het Sowjet-bewind zijn taak ter bevordering van volksontwikkeling en volksbeschaving heeft aangepakt, toch is daarvan genoeg tot ons doorgedrongen om ons te doen beseffen, dat
| |
| |
de Bolschewiki met bewonderenswaardige energie pogen tientallen millioenen te verlossen uit de zwarte nacht van bijgeloof, wanbegrip en domheid. Men weet hoe hun pogingen op dit gebied, meer dan wat anders ook, Gorki hebben bewogen om ondanks zijn politieke en humanitaire bezwaren tegen het optreden van het Sowjetbewind, dit zijn steun en medewerking aan te bieden. Dat te midden van den bajert waarin oorlog en revolutie Rusland herschapen hebben, de voorhoede van een volk dat zich ternauwernood de ketenen der onderworpenheid van het lijf heeit gerukt, op zoo grootsche schaal en met zooveel heerlijke geestdrift beproeft, op elk gebied der menschelijke verlichting en beschaving door te dringen, - dat heeft de ziel van den grooten Russischen kunstenaar met hoopvolle liefde ontroerd en hem opnieuw aan de zijde der strijdende massaas gebracht.
De reorganisatie op het gebied van volksontwikkeling en volksbeschaving strekt zich uit over alle trappen van het onderwijs en alle gebieden der kultuur. Aan het leggen der grondslagen van dezen bouw zal voor goed de naam van Loenacharsky verbonden blijven, gelijk de namen van Lenin en Trotzky aan de politieke, ekonomische en militaire konstruktie van Sowjet-Rusland.
Het weidsche plan voor de opvoeding, die de eerste socialistische republiek haar toekomstige burgers wil geven, omvat het geheele onderwijs van de bewaarschool af tot aan de universiteiten toe. De twee algemeene beginselen bij de hervorming van het onderwijs zijn: de opheffing van het monopolie van kennis en beschaving voor de leden der bezittende klasse, dat is dus de volledige demokratiseering en socialiseering van de geestelijke schatten der menschheid, en de verbinding van produktieven arbeid met theoretisch onderricht op alle trappen van het onderwijs.
Een gewichtig hulpmiddel voor de opvoeding is de kennis van het kind. Ten einde die kennis te bevorderen heeft het kommissariaat voor volksontwikkeling een instelling voor wetenschappelijk onderzoek van de natuur van het kind opgericht. Het instituut is niet enkel bedoeld als een centrum van kinderpsychologie, maar ook als een instituut, dat de beginselen eener goede en gezonde opvoeding van het jonge kind wil verbreiden en de krachten vormen, in staat zulk een opvoeding te leiden. Een medisch en een psychologisch laboratorium zullen aan de instelling verbonden zijn, verder ook crèches en speeltuinen, een werkplaats voor het vervaardigen van leermiddelen en speelgoed, een bibliotheek voor paedogogische literatuur en een museum. Ook zal zij een paedagogisch tijdschrift uitgeven.
De oprichting van kinderkolonies gaat uit van het kommissariaat tot verzorging van het kind, dat onder het Sowjet-bewind een afzonder- | |
| |
lijke tak van staatsbemoeing (wij zouden zeggen een ministerie) vormt, iets wat, meenen wij, in geen enkelen burgerlijken staat het geval is. In September '18 gaf onze partijgenoote Alexandra Kollontay belangrijke mededeelingen in het licht over de resultaten der kinderkolonies van Petrograd, die volgens kommunistische beginselen geleid werden; 10.000 kinderen, over 16 kolonies in de omgeving der hoofdstad verdeeld, genoten een opvoeding steunend op de nieuwe opvattingen der paedagogie, zooals zij enkel in een kommunistische gemeenschap algemeen toegepast kunnen worden. Elke kolonie vormde een groot socialistisch gezin, waarin de beginselen van zelfbestuur en zelfwerkzaamheid volledig in praktijk gebracht worden; de kinderen beheerden zelven de huishouding, zorgden voor een rechtvaardige verdeeling der produkten, enz. In de morgenuren werden lichte werkzaamheden in den groentetuin verricht; de voornaamste vakken waren verder lezen, rytmische gymnastiek en gezang. Geregeld vonden bijeenkomsten van de kinderen plaats, waarop alle voorvallen uit het leven der min of meer zelfstandige gemeenschap waarvan zij deel uitmaakten, besproken werden. Een gevolg van deze besprekingen was het ophouden van de kleine diefstallen, die aanvankelijk voorkwamen. De eenige straf, die toegepast werd, was de bedreiging uit dit kinderparadijs verjaagd te zullen worden. Hoe zeer de arbeiders van Petrograd de weldaad der kommunistische opvoeding voor hun kinderen waardeerden, blijkt uit het feit, dat in de maand September 1918 bij de afdeeling voor kinderverzorging in de hoofdstad 1000 verzoeken om opneming inkwamen.
Dergelijke kolonies - half gezondheidskolonies half arbeidsgemeenschappen, - kwamen ook op verscheiden andere plaatsen tot stand.
Te Tzarskoje Selo werden speciale kursussen ingericht om leiders van kinderkolonies te vormen. In het algemeen is er groot gebrek aan onderwijskrachten in staat de nieuwe ideeën en methoden toe te passen. Dit tekort kan natuurlijk slechts langzamerhand verholpen worden. Het net van instellingen ten behoeve van het jonge kind, dat de lokale kommissies voor volksontwikkeling over heel Rusland willen uitspreiden, zal dichter worden naar gelang de nieuwe scholen en kursussen voor onderwijzers meer leerkrachten afleveren.
De leerplicht begint bij het 6de jaar en strekt zich uit tot het 16de. Daar de arbeidstijd voor jongelieden onder 18 jaar niet meer dan 6 uur daags mag bedragen, kunnen de jonge arbeiders gemakkelijk de zoogenaamde scholen ‘van den tweeden graad’ bezoeken. Zij houden tijd over voor hun geestelijke vorming zonder dat dit ten koste gaat van hun lichamelijke ontwikkeling en hun gezondheid. Deze bepalingen en de kosteloosheid van het onderwijs op alle trappen
| |
| |
maken, dat het recht van bekwame en begaafde arbeiderskinderen om de universiteiten te bezoeken, niet enkel op papier bestaat maar werkelijkheid is. Alle onderwijs is kosteloos; de staat betaalt ook de leermiddelen en de kinderen die dit noodig hebben, worden op de arbeidschool van voedsel en kleeding voorzien.
Het spreekt van zelf, dat de leerplichtwet niet met één slag algemeen verwezenlijkt is kunnen worden; het geheele nieuwe onderwijsstelsel, met de arbeids- eenheidschool tot grondslag, kan pas gaandeweg worden ingevoerd. In het absolutistische Rusland werd het volksonderwijs van hoogerhand zooveel mogelijk tegengewerkt; millioenen kinderen groeiden in de dorpen op, zonder ooit een school bezocht te hebben: hoe zouden nu plotseling leerkrachten, schoolgebouwen en leermiddelen in voldoende hoeveelheid en hoedanigheid bij tooverslag aan de sowjet-organen ter beschikking kunnen staan? De burgerlijke pers van alle landen kan ook in dit geval weer smalen over de ‘dekreten op papier’ der Bolschewiki. Elk onbevooroordeeld mensch moet echter inzien, dat men geen onderwijs- en opvoedings-instituten voor millioenen kinderen van den eenen dag op den anderen kan improviseeren. Hoe hard er gewerkt wordt, blijkt uit het onlangs (Maart '19) door Mr. Philips Price medegedeelde feit, dat in het goevernement Moscou thans 78 kinderhuizen geopend zijn, waar 70.000 kinderen op kosten der gemeenschap verzorgd worden.
Bij het punt volksonderwijs behooren nog in 't kort de gevolgen vermeld te worden, die de scheiding van kerk en staat voor de toestanden op onderwijsgebied heeft gehad. De kerkelijke scholen zijn overgegaan aan de plaatselijke raden voor volksonderwijs; de paters en priesters, aan deze scholen verbonden, door leeken vervangen. De school is een zuiver wereldlijke instelling geworden.
Het kommissariaat voor volksontwikkeling doet niet minder voor de opvoeding der onderwijzers, dan voor die der kinderen. De oude kweek- en normaalscholen voor onderwijzers worden grondig hervormd. Over het nieuwe programma lezen wij, dat het een humanitair-socialistisch karakter zal dragen. De kursus omvat een tijdruimte van 4 à 5 jaar; een subsidie aan de inrichting verbonden, doet de kweekelingen van een minimumbestaan verzekerd zijn.
Onderwijzers aan de volkschool kunnen als toehoorders deze kursussen volgen, terwijl de leerkrachten met medewerking der leerlingen gekozen worden. Het eindexamen der kweekscholen wordt met dat van de universiteiten gelijk gesteld.
Behalve deze instituten tot volledige opleiding van onderwijzers voor de eenheids-arbeidschool, heeft het kommissariaat ook honderden ‘snelkursussen’ (tijdsduur één jaar) georganiseerd. Want de kinderen
| |
| |
kunnen niet wachten tot een personeel van leerkrachten is gevormd dat de nieuwe beginselen en methoden tot in de puntjes beheerscht. Om de onderwijzers daarmede althans globaal bekend te maken, geeft het kommissariaat ook een weekblad uit, dat tot taak heeft de moderne opvoedkunde te propageeren.
Ook het hoogeronderwijs moet grondig gereorganiseerd worden om zijn klassekarakter te verliezen. De voornaamste punten waarover deze reorganisatie zich uitstrekt, werden bij regeeringsbesluit van 6 September 1918 als volgt geregeld.
Ieder persoon van beide geslachten, die het 16e levensjaar voleindigd heeft (ook buitenlanders) is gerechtigd zich bij elke inrichting van hooger onderwijs te laten inschrijven; overlegging van diplomaas of getuigschriften is daartoe niet noodig. Elke heffing van collegegelden is afgeschaft.
Ook deze bepalingen kunnen natuurlijk pas werkelijken inhoud krijgen naar gelang een grooter aantal arbeiders in het genot komt van de voorkennis, die hen in staat zal stellen het hooger onderwijs met vrucht te volgen. De socialiseering daarvan blijft vrijwel een leege formule, zoolang niet het peil van ontwikkeling althans eener geestelijke élite belangrijk gestegen is. Deze stijging kan op verschillende manieren bevorderd worden. Ten eerste door de verbetering van het volksonderwijs in het algemeen. Daar profiteeren echter de volwassen arbeiders niet meer van. Om hen binnen te leiden in den voorhal der wetenschap dienen de volksuniversiteiten, die in een groot aantal steden gesticht werden. Daarenboven zijn op verschillende plaatsen speciale voorbereidende kursussen georganiseerd, die bij het universitaire onderricht aansluiten. Voor arbeiders die deze kursussen wenschen te volgen, worden zooveel mogelijk woningen in de nabijheid der fabrieken beschikbaar gesteld, zoodat zij geen tijd verliezen met heen- en weer gaan. Om de studie aan onbemiddelden mogelijk te maken, richt het instituut voor sociale voorzorg ondersteuningskassen op; ook verzocht dit lichaam aan het kommissariaat voor volksontwikkeling om aan het bestuur der medische fakulteit te Moscou een som van 200.000 roebel ter beschikking te stellen, ten einde onbemiddelde studenten kosteloos een middagmaal te verschaffen.
Zoo wordt alles gedaan, om de intellektueel-begaafden onder de volwassen arbeiders in staat te stellen, deel te nemen aan het algemeene beschavingswerk en te voorkomen, dat de jonge socialistische staat nog lange jaren voor de technische leiding der produktie afhankelijk blijft van het burgerlijk intellekt. Laat de kapitalistische pers maar hoonlachen over ‘den vloed van elementen die niet
| |
| |
eens lezen en schrijven kunnen,’ welke de hoogescholen thans overstroomt. Wij weten: het profetische woord van Lassalle over de vereeniging van de wetenschap en de arbeiders, die hun klasse de heerschappij over de aarde zou geven, gaat eindelijk in vervulling.
Ook de reorganisatie van het vakonderwijs en het technische onderwijs volgens de nieuwe beginselen werd ter hand genomen. Op een kongres ten behoeve van deze reorganisatie te Moscou gehouden, zette Loenarcharsky die beginselen nogmaals uiteen. De begrippen ‘mensch’ en ‘arbeider’, - aldus de kern van zijn rede - moeten door de opvoeding tot een harmonisch geheel vereenigd worden. De handenarbeid, het leeren van een vak, vormt den grondslag van den eersten trap van het onderwijs. Op den tweeden trap nemen de scholieren aan de produktie deel: werkplaatsen en fabrieken moeten ter beschikking worden gesteld. De industriescholen voor kinderen moeten opgeheven worden, want wij kunnen het jonge geslacht niet aan den Moloch der industrie ten offer brengen. Laat de technische universiteiten voorbereidings- en hulpcursussen organiseeren en laten zij zorgen, dat de bijzondere vakopleiding aangepast wordt aan de taak en de eigenaardigheden van het ekonomische leven in Rusland.
Deze opmerking van Loenacharsky brengt ons tot de maatregelen, door het Sowjet-bewind getroffen ter verbetering van het voor Rusland zoo gewichtige landbouwonderwijs. Het kommissariaat voor landbouw heeft een aantal volkslandbouwscholen opgericht, waaraan kweekerijen, botanische tuinen, enz. verbonden zijn. Dergelijke scholen van eenzelfde type waren er in Oktober l.l. reeds 264 geopend, waarbij 64 speciale scholen en 10 hoogere landbouwkursussen kwamen. Het Smolny-instituut te Moscou is de zetel geworden van een landbouwhoogeschool, die door ruim 500 boeren bezocht wordt. Aan dit instituut werd de uitgave van een agrarische encyclopaedie toevertrouwd.
Het is onmogelijk de speciale kursussen en de vakscholen van allerlei aard op te sommen die in enkele maanden tijds door heel Sowjet-Rusland tot stand kwamen. Wij moeten volstaan met enkele mededeelingen. Te Petrograd is een socialistische akademie voor sociale wetenschappen op internationale grondslagen geopend. Het voorloopig program van deze instelling omvat o.a. voordrachten over staathuishoudkunde, ekonomische geschiedenis en geldwezen. Pg. Bucharin zou een kursus geven over de methodologie der ekonomische wetenschap, Radek over de geschiedenis van het imperialisme; Bogdanow over staathuishoudkunde in verband met ekonomische geschiedenis. Te Moscou werd een hoogeschool voor het mijnwezen gesticht. In de noordelijke goevernementen organiseerde het kommissariaat
| |
| |
voor volksontwikkeling kursussen voor bibliotheekwezen, te Saratow kursussen voor het organiseeren van de arme boeren. Bijzondere vakscholen kwamen tot staad o.a. voor de vlas- en de leerindustrie.
Een ander onderdeel van zijn taak, waarin het kommissariaat voor volksontwikkeling groote bedrijvigheid ontwikkelt, is de verspreiding van literatuur, van goede kinderboeken af tot de meesterwerken van alle eeuwen op letterkundig gebied toe. Aan het grootsche werk, op dit gebied tot s[t]and gebracht, is de naam van Gorki verbonden. Op uitnoodiging van het kommissariaat stelde hij zich in September '18 beschikbaar om de uitgave te leiden van een serie van 260 volksboeken, de voornaamste werken der wereldliteratuur omvattend, en een andere van 2000 geïllustreerde geschriften over de geschiedenis van Europa. Een volksuitgave der russische klassieken in ruim 5½ millioen exemplaren kwam in Nov. '18 gereed. Verder richte het kommissariaat een tijdschrift op dat onder redaktie van Loenacharsky en Gorki tot taak heeft informaties over het beschavings- en ontwikkelingswerk der Sowjetrepubliek te verspreiden in binnen- en buitenland.
Natuurlijk neemt de verspreiding van socialistische en kommunistische propaganda-litteratuur onder de bemoeiingen van het kommissariaat en van het C.U.K. een groote plaats in. In den loop van zes weken richtte dit laatste 22 gouvernements-agentschappen en 60 distrikts- en gemeentelijke agentschappen op ter verspreiding van propagandistische geschriften. Het distrikts-komité in Nowo Usewsk, een industrie-centrum in den Oeral, organiseerde in korten tijd 100 sociale bibliotheken. Ook gelastte het kommissariaat voor volksontwikkeling dat de Sovjet-literatuur op alle post- en telegraafstations beschikbaar zou worden gesteld.
Zoo spannen de Sowjet-organen alle krachten in, om den massalen honger naar kennis, die zulk een karakteristiek verschijnsel van elke revolutie is, te bevredigen. Men kan er zich moeilijk een voorstelling van maken wat dit beteekent in een land als Rusland, waar tientallen millioenen menschelijke wezens voor de eerste maal tot zelfbewustzijn ontwaken en hun sociale rechten en plichten gaan beseffen, waar alle oude, vaste levensvormen: wetten, zeden, gebruiken, tradities, in den maalstroom der omwenteling worden meegesleurd en een nieuwe wereld verrijst. Men denke aan de groote afstanden, die te overwinnen zijn, aan den ellendigen toestand der verkeersmiddelen, aan de uiterst geringe lokale hulpbronnen op stoffelijk zoowel als op geestelijk gebied, en men zal begrijpen dat het verzadigen van den honger des gees[t]es niet minder ontzaggelijke moeilijkheden meebrengt dan het bestrijden van den lichamelijken honger.
| |
| |
Een der instellingen, waardoor het Sowjetbewind deze moeilijkheden poogt te overwinnen, is het uitsturen van letterkundige treinen, ware ‘boekwinkels op wielen’ naar het platteland. In de Engelsche ‘Nation’ van 15 Febr. '19, vonden wij een aardige beschrijving, aan een Russisch blad ontleend, hoe een dergelijke voor het oostelijke front bestemde trein, op weg daarheen een uitgestrekt plattelands-gebied met geestelijk voedsel spijzigt. Wij ontleenen aan deze beschrijving de volgende bijzonderheden:
‘De trein was uitgestuurd door de militaire sektie van het C.U.K. (Centraal Uitvoerend Komitee) en de artistieke sektie van den Moskouschen Sowjet had veel zorg besteed aan zijn uiterlijk. Alle wagens zijn met schilderingen in verschillende stijlen versierd, van voorstellingen in den trant der gewone stuiversprenten af tot aan de laatste nieuwigheden van het kubisme toe. Door de eindelooze vlakte kruipt de trein naar het oosten; overal waar hij stilhoudt stroomt het volk toe, om hem te bekijken en het opschrift “Militaire sektie van het C.U.K.” te lezen waarmee de wagens prijken. 200,000 boeken, 400,000 brochures, 1 millioen vliegende blaadjes en 100,000 kranten zijn daarin opgestapeld. De deuren worden opengegooid, de menigte bestormt de wagens onder kreten van “geef ons een boekje, vadertje”, “geef ons een blaadje”. Vlug worden eenige balen uitgeladen. Van uit het dorp komt meer volk aanloopen, van verre schreeuwen zij al “ach, geef ons, geef ons een boekje”. In het dorp heerscht groote opwinding over al het nieuwe en vreemde wat geschiedt: de maximum-prijzen, het graanmonopolie der regeering, de voedselrekwisitie door vliegende afdeelingen, de arbeidsgemeenschappen, de staatsboerderijen met hun vast personeel, de organisaties der arme boeren. Allen willen de dingen die gebeuren begrijpen. “Ik wil een boekje dat het graanmonopolie uitlegt”, zegt een arme boer. “Ik wil er eentje met alde nieuwe wetten”, roept een ander. Een korporaal vraagt “iets over de geallieerden, waarom we tegen hen moeten vechten”. Portretten van Lenin en Trotzky worden veel gevraagd. “Geef mij vadertje Lenin, ik wil zijn beeld ophangen onder de heiligen, want door hem kreeg ik mijn zoon terug uit den oorlog”, zegt een oud moedertje. Vóór de wagens staat een lange rij gestalten; hun armen uitstrekkend herhalen zij: “geef ons, geef ons een
boekje”. Twee millioen boeken zijn een droppel in den oceaan, zelfs voor de smalle streep aan beide zij den van den spoorweg. Nadat de trein een eindweegs is voortgekropen, houdt hij opnieuw stil, ditmaal bij een stadje. Vertegenwoordigers van de kommunistische partij, van de kommissariaten enz. staan gereed om hem te begroeten. Het bestelde
| |
| |
wordt uitgeladen: 27,000 brochures, 30,000 kranten, 50,000 vliegende blaadjes worden op karren gepakt die hun kostbare lading over de modderwegen het land invoeren’.
Het hardhandig optreden der Bolschewiki tegen allen die het Sowjet-bewind bestreden, hun onderdrukking niet slechts der kapitalistische maar aanvankelijk ook der kleinburgerlijk-socialistische pers, het schrikbewind tegen de kontrarevolutionairen georganiseerd, dit alles, gevoegd bij het gebrek aan organisatorische ervaring en aan initiatief der massaas, moest aanvankelijk voedsel geven aan de bewering der vijanden van het Kommunisme dat in Rusland niet de heerschappij van het proletariaat was gevestigd, maar de diktatuur van een kleine minderheid. Deze bewering heeft een schijn van waarheid, echter niet meer dan een schijn. Niets maakt zóó goed duidelijk, wat de werkelijkheid onder dezen schijn is, als de enorme inspanning die de Sowjetorganen zich getroosten, om de massa kennis van ekonomische en politieke dingen, juist begrip van de beteekenis der revolutie en van hun nieuwe rechten bij te brengen. Diktators en despoten willen altijd de massa dom houden ten einde hun gezag te bevestigen, haar ontwikkeling is de gevaarlijkste vijand hunner macht.
De leiders van Sowjet-Rusland daarentegen doen alles, wat in hun vermogen is om de massa rijp te maken zichzelven te besturen, opdat het persoonlijke overwicht van enkelen dat thans nog onvermijdelijk is, zoo spoedig mogelijk verdwijne.
Ten slotte enkele woorden over de maatregelen der Sowjetorganen op het gebied van literatuur en kunst.
Gelijk van zelf spreekt, acht het kommunisme in tegenstelling met het liberalisme, kunst in zeker opzicht wel degelijk ‘regeeringszaak’. In kunst toch zijn de individueele en de sociale faktoren ten innigste vereenigd, haar wortels dalen af in de allerdiepste lagen van het persoonlijke gemoedsleven, maar tevens wordt zij gevoed door de fijnste en rijkste sappen van het maatschappelijk lichaam.
In tegenstelling tot wat op elk ander gebied geschiedde, moest op dat der kunst niet enkel vernietigend en herscheppend, maar ook behoudend worden opgetreden. Het Sowjetbewind is aansprakelijk voor al het schoone door vergane geslachten geschapen: schoone bouwwerken en beelden, schilderingen en miniaturen, liederen en sagen; al wat nu eindelijk als een kostbaar erfdeel alle volksgenooten gaat toebehooren, hun allen vreugde schenken, verdieping en veredeling van het gemoed. Daarom moet het Sowjetbewind allereerst zorgen, dat geen ongeduldige handen, door woeste, rede- | |
| |
looze haat tegen het oude bewogen, zich aan de schoone gewrochten van vroeger eeuwen vergrijpen, dat geen rauwheid, tot waardeeren hunner kunstwaarde onmachtig, ze voor een weinig goud overgeeft aan geslepen kooplui, die ze haastig over de grenzen brengen. Om hiertegen te waken werden reeds in de eerste dagen van de Oktober-revolutie maatregelen tot bescherming en beveiliging van oude gebouwen genomen en werd de uitvoer van kunstwerken verboden. Om te voorkomen dat in den maalstroom der revolutie waarin het oude emotioneele leven onherroepelijk ondergaat, ook de schoonheidsuitingen daarvan voor goed verdwijnen, worden op last van het kommissariaat voor schoone kunsten oude wijzen en oude volksmuziek zoo veel mogelijk opgeteekend. Er zijn werkplaatsen geopend om de instrumenten te vervaardigen, waarvan deze muziek zich bedient, ook is een weekblad voor volksmuziek opgericht. Ten einde begrip van de oude kunst en liefde voor haar onder de massaas aan te kweeken is de geschiedenis der kunst in het leerplan der eenheidsschool opgenomen. Ook met de muziek is dit het geval.
Het kunstonderwijs zelf werd hervormd volgens hetzelfde beginsel waarnaar de universiteiten georganiseerd zijn geworden, nl. de grootst mogelijke democratiseering en socialiseering van het onderwijs en het laten van de grootst mogelijke speelruimte aan eigen initiatief en energie der leerlingen. De oude schoolsche kunstacademies zijn vrije kunstwerkplaatsen geworden, open voor alle aspirant-kunstenaars, die het 18de levensjaar hebben bereikt. Zeven jaar lang mogen zij kosteloos voor hun studie van alle bulpmiddelen gebruik maken, die deze kunstwerkplaatsen hun bieden.
De voornaamste musea en kunstverzamelingen zijn ten bate der gemeenschap onteigend en genationaliseerd geworden; de schatten der schilder- en beeldhouwkunst worden gecentraliseerd in een museum van plastische kultuur, dat o.a. een afdeeling zal bevatten voor Russische kunst van alle tijden en een voor internationale moderne kunst.
Ook de vroegere keizerlijke koren, de hof-opera en de voornaamste theaters zijn eigendom der gemeenschap geworden. In het voormalige keizerlijke lyceum te Moscou is het kommissariaat voor volksopvoeding ondergebracht met zijn verschillende onderafdeelingen; verscheidene groote schoolgebouwen en paleizen der aristocratie zijn door de arbeiders in gebruik genomen voor hun letterkundige, muzikale en dramatische clubs. Hét comitee voor volksopvoeding te Moscou, dat uit afgevaardigden der Sowjets bestaat, zetelt in een groot gebouw ‘waarvan de vertrekken gevuld zijn met wetenschappelijke verzamelingen en de muren bedekt met schilderijen van alle
| |
| |
kunstrichtingen’. Een kunstavond, door dit komitee georganiseerd, wordt door een korrespondent van de Frankfurter Zeitung als volgt beschreven: ‘Jonge arbeiders deklameerden en voerden eenige dramatische fragementen op, episoden uit de revolutie die grooten indruk maakten. Er werden brochures en kranten verkocht, geillustreerde week- en maandbladen met artistieke, letterkundige en muzikale bijlagen, waarin de Russische arbeiders kennis konden maken met Daumier, Rodin, Walt Whitman en Heine’. In de schouwburgen werden, volgens dezen zelfden korrespondent, stukken opgevoerd van Tolstoi, Dostojefski, Shakespeare, Schiller enz.
Het tooneel schijnt groote aantrekkingskracht uit te oefenen op de massa's; overal worden nieuwe schouwburgen opgericht.
De Russische arbeiders vergenoegen er zich echter niet mede als toeschouwers de opvoeringen van de dramatische meesterwerken uit verschillende tijdperken bij te wonen: zij treden zelf ook aktief als tooneelspelers op. In een interessanten brief uit Moscou van W. Kandinsky (gepubliceerd in ‘die Freiheit’ van 9 April) vertelt de bekende pionier der moderne schilderkunst over de oprichting van een volkstheater door arbeiders geleid en waarin deze zelven als akteurs optreden. ‘De arbeiders’ - aldus Kandinsky, - brengen iets nieuws, frisch en levends in de doode atmosfeer der gewone tooneelkunst. Zij improviseeren vrij op het tooneel over een of ander thema, waarvan enkel de hoofdlijnen van te voren zijn vastgesteld, zoodat elke opvoering weer in bijzonderheden van alle anderen verschilt.’
Belangrijk in dezen brief van Kandinsky zijn ook zijne mededeelingen over de werkzaamheid der architekten, die gemeenschappelijk stoute plannen ontwierpen voor den verbouw en de uitbreiding van Moscou. In deze plannen waren moderne aspiraties met Italiaansche opvattingen uit de Renaissance en mathematische beginselen vereenigd. Ook de beeldhouwers, die een autonome onderafdeeling in het groote verbond der bouwende kunstenaars vormden, waren in vollen gang met het ontwerpen van monumentale kunstwerken tot versiering der steden.
Het is natuurlijk niet mogelijk uit deze mededeeelingen eenige konklusie te trekken over de artistieke waarde der nieuwe kunstwerken die in Sowjet-Rusland te midden van de stormen der revolutie ontstaan. Ook is dit alles, waarschijnlijk, nog slechts in beperkte mate waarlijk nieuw, in velerlei opzicht zal het nog sterk de sporen der kunst van vroegere tijdperken, burgerlijke en voorburgerlijke, dragen. Hoe zou het ook anders kunnen zijn? Wie kan in ernst gelooven, dat de kommunistische maatschappij in haar eerste stadium met alle overgeleverde kultuurwaarden breken zal, om plotseling het
| |
| |
voldragen kind eener nieuwe schoonheid ter wereld te brengen? Ondanks alle uiterlijke radikalisme, zal de kunst van het wordende kommunisme waarschijnlijk een kunst-van-overgang zijn.
Wat ons echter vooral treft in de mededeelingen van Kandinsky, is de hartstocht waarmee de arbeiders zich storten in den strijd voor de verovering der nieuwe schoonheid, het vuur waarmee de kunstenaars trachten de nieuwe maatschappelijke behoeften te dienen en aan de nieuwe aspiraties een schoone uitdrukking te geven. Ondanks ontberingen, lichamelijke nood en ekonomische stagnatie, ondanks de sociale onzekerheid en de politieke spanning die in het van alle kanten besprongen en in 't nauw gebrachte Sowjet-Rusland heerschen, vaart de adem eener nieuwe lente over de velden der kunst.
Nog dieper ontroeren ons de berichten over de beweging op kunstgebied in den eersten kommunistischen staat, wanneer wij ze vergelijken met de inlichtingen, die ons bereiken uit andere landen, b.v. uit Frankrijk en Italië. ‘Er is niets veranderd’, zeggen deze inlichtingen, ‘in de psyche der letterkundigen en kunstenaars. De oorlog schijnt niets in hun gemoed achtergelaten te hebben, hen verdiept noch verzuiverd; als voorheen gaan zij op in hun kleine eerzuchtigheden, hun enkel-persoonlijke gevoelens. Wat zij schrijven verheft zich niet boven het peil van bekwame journalistiek en als vóór den oorlog trachten zij te boeien en te verbluffen door gewilde en getourmenteerde originaliteit.’ Met verbazing en droefheid denken wij aan de chauvinistische kunstzonde der Fransche architecten, die de oude steden in het verwoeste gebied willen gaan opbouwen gelijk zij waren, steen voor steen gelijk; met afgrijzen lezen wij over de plannen van een nationaal Panthéon, versierd met de fotografieën van een millioen gesneuvelde Fransche soldaten. Het eene zoowel als het andere zou in Rusland onmogelijk zijn, omdat de mentaliteit er niet eene is van hangen aan het verleden, maar van moedig voorwaarts schrijden in de toekomst.
Niet uit den oorlog, enkel uit de revolutie kan de nieuwe schoonheid geboren worden waarop de wereld wacht. Want alléén de revolutie beteekent de stoute breuk met verdorde, uitgewoonde levensvormen, de ontvankelijkheid voor het zich onophoudelijk verjongende leven; het openspringen der nieuwe verschieten van heerlijke verwachting, zoeten gemeenschapszin en oneindige hoop.
Wat ook het lot moge zijn van de kommunistische Russische republiek, hetzij het Sowjetstelsel zich handhave en bevestige, hetzij het door de militaire en ekonomische overmacht zijner vijanden, (dat is in laatste instantie: door den langzamen ontwikkelingsgang der wereldrevolutie) ten val wordt gebracht, - aan de Bolschewiki blijft
| |
| |
de roem, voor de eerste maal in de wereldgeschiedenis de massaas opgeheven te hebben uit hun dienstbaarheid, hun hopeloos zwoegen en hun passiviteit. Zij hebben de drommen der arbeiders en arme boeren opgevoed tot kollektieve zelfwerkzaamheid, hun geleerd een begin te maken met den bouw eener samenleving van vrije en gelijke producenten. Zij hebben de schatten des geestes voor de massa's ontsloten en de scheppende energie die in deze onderdrukt werd, uit haar boeien bevrijd. Daarmee hebben zij de menschheid zeer veel rijker gemaakt en zich zelven een onvergankelijk gedenkteeken gesticht.
|
|