De daden der Bolschewiki
(1919)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–
[pagina 18]
| |
III. Tijdelijke maatregelen.Eer wij beginnen met een overzicht te geven van die hervormingen der Sowjet-regeering, welke bewust op verandering van de grondslagen der samenleving, op herschepping der kapitalistische maatschappij in een socialistische aansturen, willen wij iets meedeelen over enkele bijzondere maatregelen dezer regeering, maatregelen als in alle landen noodig werden gemaakt door de sociale ontwrichting en de massale ellende tengevolge van den oorlog. In Rusland, waar de levensstandaard der arbeidende massaas van stad en land buitengewoon laag was, waar een groot deel van hen reeds voor den oorlog was afgedaald tot aan de grenzen van het pauperisme; waar gedurende den oorlog de zware belastingdruk, de verregaande uitbuiting, de schaamtelooze woeker in levensmiddelen en voorwerpen van dagelijksch gebruik de massaas nog dieper hadden terneergedrukt - in Rusland waren bijzondere maatregelen ter bestrijding van dezen noodtoestand meer dan waar ook noodzakelijk. De verschillende koalitie-regeeringen in het tijdvak Kerensky deden echter niets; zij zaten vast aan de bourgeoisie en zij lieten de beurskoningen, de woekeraars en de spekulanten liever het uitgemergelde volk nog verder plunderen, dan het bij de bourgeoisie te verkerven. Pas het Sowjet-bewind stelde paal en perk aan den roofbouw, op de levende kracht van het volk bedreven; pas dit bewind ging over tot de maatregelen, noodig om de massaas voor verhongering en ondergang te behoeden. Wij kunnen deze maatregelen in drie rubrieken onderverdeelen. De eerste betreft de bestrijding van hamsterij, sluikhandel en woeker; de tweede stuurt aan op monopoliseering door den staat van de voornaamste voedingsmiddelen en voorwerpen van dagelijksch gebruik, terwijl de derde groep de verhooging der productiviteit van den arbeid en de vermeerdering der produktie ten doel heeft. Deze laatste serie van maatregelen draagt natuurlijk veel minder dan de beide eerste groepen het karakter van een tijdelijke noodvoorziening en vormt een overgang naar hervormingen van blijvenden en principieelen aard. De bestrijding van hamsterij, sluikhandel en woeker geschiedt in Sowjet-Rusland door methoden, die zich oppervlakkig gezien niet principieel van die der kapitalistische regeeringen | |
[pagina 19]
| |
onderscheiden. Maximumprijzen worden uitgevaardigd, de verkoop van artikelen, door den staat gemonopoliseerd, wordt strafbaar gesteld, evenals het achterhouden van voorraden en de vervalsching van levensmiddelen. Wel echter treffen de zware straffen, waarmee overtreders dezer voorschriften worden bedreigd. Spekulatie, woeker, vervalsching van levensmiddelen zijn strafbaar met tien tot vijftien jaar dwangarbeid en verbeurdverklaring van het vermogen der schuldigen. Op het achterhouden van levensmiddelen heeft zelfs een tijd lang - wij weten niet of dit ook heden nog het geval is - de doodstraf gestaan. Uit het drakonische karakter van deze sociale repressiemaatregelen blijkt ten eerste de scherpte van den nood, die de stedelijke massaas teistert, blijkt verder het totale gemis aan gemeenschapszin onder de bezittende klassen in RuslandGa naar voetnoot1), een gemis, aanvankelijk helaas ook bij talrijke elementen uit de volksklassen voorkomend. Maar ook blijkt er uit de onwrikbare wil van het Sowjetbewind om meedoogenloos op te treden tegen de onverlaten, die den honger van het volk òmmunten tot gouden schijven en tegen hartelooze egoïsten, die te midden van dien honger zich te goed doen aan het ter sluiks opgestapelde voedsel. In deze ijzeren gestrengheid openbaart zich het fundamenteele verschil van het Sowjetbewind met alle kapitalistische regeeringen. Zij allen pakken de groote dieven en woekeraars met fluweelen handschoenen aan, zij allen schroomen niet, gezondheid en leven der volksmassaas te offeren aan de winzucht en de weeldegewoonten der heerschende klassen. Hoe kon b.v. in het Duitsche rijk de hand worden gehouden aan de bepalingen der distributie, waar de hofkringen, de hooge ambtenaren en hooge militairen algemeen recht en wet schonden en het dezen ‘Durchhaltern’ aan niets ontbrak, terwijl het volk ondermijnd werd door ondervoeding? Reeds alleen door zijn onbarmhartigen strijd tegen de rijke smokkelaars, woekeraars en hamsteraars, heeft het Sowjet-bewind de bourgeoisie scherp tegen zich in het harnas gejaagd en tot het uiterste verbitterd, maar diep wortel geschoten in het gemoed der arbeidende massaas. Deze zelfde werkingen hadden ook eenige maatregelen, waartoe achtereenvolgens in den voorzomer van 1918 werd besloten onder den invloed van den vreeselijken hongersnood in de groote steden: de instelling van een graanmonopolie en de organiseering van zgn. ‘gewapende kruistochten’ op het platteland. De instelling van een regeerings- | |
[pagina 20]
| |
monopolie voor granen werd door de sociaal-revolutionairen zeer fel bestreden: zij wisten al te goed, dat deze maatregel tot gevolg moest hebben het oplaaien van den klassenstrijd tusschen arme en rijke boeren en dat dit weer onvermijdelijk het uiteenvallen van hun partij beteekende. Maar de regeering zette door en toen de rijke boeren weigerden de verborgen graanvoorraden af te staan, in de hoop deze later tegen woekerprijzen te verkoopen, besloot zij tot het doen opsporen en in beslag nemen dezer voorraden door daartoe opgerichte komité's uit de arme boeren, afdeelingen van de Roode Garde en bewapende arbeiders. Dit waren de zgn. ‘kruistochten’, op het platteland, die een storm van verwenschingen en bedreigingen tegen de Sowjetregeering uitlokten. Waarschijnlijk zal het bij deze kruistochten vaak ruw genoeg zijn toegegaan en zullen vele persoonlijke onbillijkheden en hardheden zijn voorgekomen. Scherpe, meedoogenlooze waarheid klinkt ons tegen in de sarkastische vergelijking, door Maxim Gorki in de ‘Nowaja Jisn’ gemaakt, van de leden dezer expedities met roovers, die anderen roovers hun buit komen ontgrissen. En Lenin, de groote revolutionaire leider, groot ook hierin dat hij nimmer schroomt de zwakheden en tekortkomingen van het proletariaat te erkennen, spreekt het in een zijner redevoeringen met een bitteren glimlach uit, hoe de ‘miechotniki’Ga naar voetnoot1) worden gevonden tot onder de leden der Roode Garde-afdeelingen toe, uitgestuurd naar de dorpen om de begraven voorraden op te sporen. Dit alles zij toegegeven, maar dit alles doet geen tittel of jota van de waarheid af, dat de sociale rechtvaardigheid en het algemeene belang beter gediend waren door krachtige maatregelen, - dwangmaatregelen, zoo het niet anders ging - tegen de boeren, die hun graan verstopten om dit tersluiks aan landgenoot of vreemdeling met woekerwinst te verkoopen, dan door flauwhartige aarzeling van den kant der regeering. Ombarmhartig doorzetten was hier een gebod der naastenliefde, der ware barmhartigheid; inschikkelijkheid en toegeven waren schuldige zwakheid en feitelijke wreedheid geweest, daar zij den hongerdood beteekenden voor duizenden mannen, vrouwen en kinderen. Wat het betrekken van de ‘bjednota’, dat is van de halfproletarische boeren zelve in den strijd tegen de rijke boeren en dorpswoekeraars aangaat, wij hebben hierin voornamelijk te zien een aanmoediging van de plaatselijke zelfwerkzaamheid der massaas. En juist aan deze zelfwerkzaamheid is het in hooge mate te danken, dat in elk revolutionair tijdperk opgehoopt onrecht snel wordt weggeruimd en | |
[pagina 21]
| |
werkelijke, diepgaande veranderingen in de sociale struktuur, de verhoudingen en de zeden worden voltrokken. Nog een maatregel van het Sowjetbewind, die heel wat stof heeft opgejaagd en door de burgerlijke peis van alle landen als bewijs van de doortrapte slechtheid der Bolschewiki wordt aangehaald, is de verdeeling van de bevolking in klassen bij de distributie van brood en enkele andere levensmiddelen, - een verdeeling waarbij algemeen uitgedrukt de armsten het meest, de minder behoeftigen wat minder, en de gegoeden het minste krijgen. Wel echter wordt, behalve met de sociale positie, bij de vaststelling van het rantsoen nog met andere omstandigheden rekening gehouden. Zoo krijgen zwangere vrouwen van alle klassen hetzelfde broodrantsoen als mannen, die zwaren arbeid verrichten; jonge lieden in hun vollen groei en ouden van dagen krijgen meer dan menschen in de kracht van hun leven, enz. In zooverre een schematisch-doorgevoerd rantsoeneeringstelsel, - uit den nood geboren en reeds daarom niet socialistisch, omdat het socialisme overvloed veronderstelt - sociale rechtvaardigheid kan betrachten, lijkt de veel gesmade broodrantsoeneering der Bolschewiki ons dit te doen. In elk geval is zij oneindig rechtvaardiger dan ieder stelsel, dat een mechanische gelijkheid tot grondslag heeft en de sociale tegenstellingen ignoreert. De leden der bezittende klassen zijn overal en altijd nog wel in de gelegenheid, zich op wettige of onwettige wijze sommige levensmiddelen te verschaffen: de rantsoeneering van alle voedingsmiddelen zonder uitzondering is bijkans onmogelijk, en de volkomen onderdrukking van den sluikhandel is het eveneens. Zoolang het Entente-imperialisme de macht houdt, Oosten Midden-Europa door handhaving der blokkade uit te hongeren en zoolang het kapitaal in de jonge kommunistische gemeenschappen niet geheel en al vernietigd is, zullen de bezitters van kapitaal in die landen, wat voeding, kleeding en brandstof aangaat, vergeleken bij de arbeiders bevoorrechte wezens blijven. Op elke revolutionaire volksregeering rust daarom de taak, deze achterstelling van de arbeidende massaas door alle middelen, óók door dat der ongelijke rantsoeneering, zooveel mogelijk op te heffen.. Nog door andere maatregelen dan bestrijding van den woeker, graanmonopolie enz. trachtten de sowjets de ellende der massaas te verminderen. In de groote steden zijn talrijke volksrestauraties opgericht waar goede smakelijke maaltijden tegen lagen prijs worden verstrekt. Ook vele leden der vroegere bourgeoisie, als oud-ambtenaren, oud-officieren enz. maken hiervan gebruik. Voor de arme studenten zijn met hulp van den staat bijzondere eethuizen geopend. Alom zijn, als onderafdeelingen van het volkskommissariaat voor levensmiddelenvoorzie- | |
[pagina 22]
| |
ning, komités voor volkswelvaart opgericht. De ‘afdeeling voor sociale voorzorg’ te Moscou, strekte in Oktober '18 haar werkzaamheid uit over 33.000 personen, waarvan 13.000 kinderen. Ten einde de hulpmiddelen voor de organisatie der voedselvoorziening meer bekend te maken, werden deze, na op de jaarmarkt te Nischinowgorod tentoongesteld te zijn, op een zgn. reizende tentoonstelling door het geheele land onder het publiek gebracht. Onder de maatregelen tot verhooging der produktie, die onmiddellijk uit den socialen noodtoestand voortspruiten, noemen wij: oprichting van aardappel- en groentedrogerijen door de regeering; insgelijks van jam- en saccharinefabrieken, om in den suikernood te voorzien. Met hetzelfde doel werd de verbouw van suikerbieten onder bijzondere bescherming gesteld. Bijzondere komités werden opgericht om het tijdige binnenhalen van den graanoogst te bevorderen. De uitgifte van zaaikoren aan de landbouwende bevolking werd door de plaatselijke sowjets ter hand genomen; de dorpskomités richtten melkerijen op, teneinde de melkdistributie te kunnen regelen. De kaasfabrieken werden gesocialiseerd. Ten einde het wetenschappelijk onderzoek naar de beste methoden om de voedselproduktie zoo snel mogelijk omhoog te voeren te bevorderen, besloot de Raad van Volkskommissarissen in September '18 tot de oprichting van een wetenschappelijk-technisch voedsel-instituut, welks onderzoekingen aan den Oppersten Raad voor Volkshuishouding ten goede zouden komen. Naast de voorziening der massaas met voedsel, brandstof en kleeding, is het vraagstuk hoe de woningkwestie in de groote steden op te lossen wel een der moeilijkste problemen voor welke het Sowjetbewind zich geplaatst zag. Reeds vóór den oorlog was het proletariaat in Petersburg, Moscou enz. ellendig behuisd, op elkaar gepakt in smerige huurkazernen of kwijnend in donkere sloppen en vunze kelderwoningen, die een broeinest vormden van verschillende besmettelijke ziekten. Gedurende den oorlog waren de toestanden nog veel slechter geworden, zoowel door de verwaarloozing der oude woningen en het uitblijven van den aanbouw van nieuwe, als door de enorme toestrooming van vluchtelingen, arbeiders aan de munitiebedrijven, enz. naar de groote steden, vooral naar Petrograd. En toen later de zetel van het Sowjet-bewind onder den druk der duitsche bedreiging naar Moscou werd overgebracht, toen ontstond ook daar een toestand van tijdelijke overbevolking met al zijn ellendige gevolgen voor de arbeidende massaas. Daar het snelle bouwen van voldoende woningen in Rusland - evenals in alle andere landen - voorloopig uitgesloten is, nam het Sowjet-bewind het besluit om, althans te Petrograd en | |
[pagina 23]
| |
te Moscou - berichten uit andere steden staan ons niet ter beschikking - de woningruimte te rantsoeneeren. Natuurlijk wekte deze maatregel in hooge mate de woede der bourgeoisie op; onzinnige leugenverhalen over de onmenschelijke hardheid, waarmee de woningrantsoeneering werd toegepast, de uitspattingen die daarbij voorkwamen enz. deden en doen nog heden de rondte in de kapitalistische pers van alle landen. In waarheid wordt b.v. te Moscou de rantsoeneering, in samenwerking met den lokalen arbeidersraad, geregeld door speciaal daartoe benoemde fabriek-komité's, die zorgvuldig de huizen nagaan welke in aanmerking komen om gerantsoeneerd te worden en bepalen welke lokaliteiten door arbeidersgezinnen (en niet zooals verhaald werd enkel door Bolschewiki) bezet zullen worden. In de eerste plaats aangewezen voor rantsoeneering zijn de kloosters, met hun groote overvloed aan overtollige ruimte; dan de leegstaande paleizen en heerenhuizen der leden van den adel en van de groote bourgeoisie, die naar het buitenland gevlucht zijn. Personen, die de een of andere werkzaamheid uitoefenen ten algemeene nutte, mogen enkel gedwongen worden hun woningen te verlaten, zoo andere passende woningen hun ter beschikking worden gesteld. Tot deze kategorie worden natuurlijk ook doktoren, geleerden, kunstenaars enz. gerekend. Hun allen moet voldoende woningruimte voor de uitoefening vah hun beroep ter beschikking worden gesteld. (Verklaring van Kamenew in no. 198 van de ‘Iswestia’). Uitdrukkelijk noemt Kamenew de zéér ongunstige woningtoestanden, waarin de arbeidersklasse te Moscou leefde, en de slechte gevolgen daarvan voor de volksgezondheid, als den grond van de rantsoeneering der woningruimte. De radikale maatregelen van het Sowjet-bewind op dit gebied zijn een schitterend voorbeeld van de revolutionaire politiek, die konsekwent op zoo snel mogelijke verheffing van het ekonomische, hygienische en zedelijke peil der massaas aanstuurt; als zoodanig hebben zij hooge kultureele waarde. |
|