Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 206] [p. 206] De Zwerver en de Ziel Alleen als gij haar neemt - o, dood - zal ik haar altijd bij mij weten. Wij hebben nooit elkaar bezeten dan in uw avondrood. Want wij zijn hier van wind en licht als van een ijl verraad omgeven; zij zingen tot het gouden leven naar eigen schaduw zwicht. Van wat op aarde bloeit en straalt is niets zoo waar na lang ervaren als - naar de ritselende blaren - het blad, dat daalt. Het wordt zoo donker in mijn droom; over de landen waait de regen... Een mensch, die ging voorbij de wegen, ligt aan de laatste zoom. En naast hem zij, die ziet hem aan - - is dit het einde en alles logen? - Nog zingt de wind tusschen hun oogen zijn ijle waan. Elkander altijd vreemd - o, dood - konden wij toch elkander niet vergeten; maar ik zal haar in alle leven weten, als gij haar neemt - o, dood. Vorige Volgende