Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] II En vormen kwijnen en de kleuren dooven en gaan in aarde's donkere stilten onder; en waar zij dalen stijgt het nieuwe wonder van kleure' en vorme' in onderling gelooven. En eens zal uit de rust der sombre puinen een toekomst huizen van verlangen wekken; en handen, die zich nu in wanhoop strekken, zullen eens bloemen zijn in stille tuinen. Maar zijn van hen die stierven niet de zangen altijd in 't waaien van de schemeringen? en hoort gij niet hun oude stemmen zingen het woordenlooze bed van ons verlangen? En hoor: diep in den nacht het dreunend breken der golven waar de duistre wacht der rotsen staat; luister: 't is hun heerschzucht en hun trots en hun droom, gebroken tot een uiterst smeeken. Luister, en neig uw hoofd, en sluit uw oogen, en laat de scheemring waaien om uw luistren, en laat de wereld om uw neigen duistren, en spreek geen woord, en luister onbewogen. Geen woord, want alle woorden zijn gesproken en allen zijn verzonken in het zwijgen; alleen de wind bleef waaien, en het eigen verlangen hoort gij in zijn zang, gebroken. Vorige Volgende